Snelle renovatie kg-veld kan maar vergt soms toch extra tijd
De oproep om de renovatie van een kunstgrasveld buiten het traditionele aanlegseizoen te plannen, kan op brede steun rekenen. Maar hoewel de motivatie voor dat idee voor de hand ligt, wordt aangeraden om hier niet te lichtzinnig een invulling aan te geven.
Eerder dit jaar motiveerden sportveldenbouwers, toeleveranciers, gemeenten, de testinstituten en ook de KNVB in dit artikel waarom het raadzaam is om de renovatie van een kunstgrasveld buiten het traditionele hoogseizoen van mei tot en met augustus te plannen. Kortgezegd komt het er op neer dat het, door verschillende omstandigheden, voor aannemers en testinstituten vrijwel onmogelijk is om alle opdrachten in die zomerse periode uit te voeren. Een betere spreiding van het werk zou zeker de aannemers in de hand werken. Als het aan hen ligt worden renovaties, gezien de relatieve eenvoud van het project, voortaan of in het voorjaar of in het najaar gepland. “Als gemeenten en, met name, clubs meewerken dan kan het nieuwe veld binnen twee à drie weken worden opgeleverd,” zo werd gezegd. “Dat klopt,” zegt Sander Akkerman van PLANN Ingenieurs en MORV Adviseurs, “maar dan moet wel alles meezitten.” De realiteit is dat dat lang niet altijd zo is. Een groot deel van de velden die nu in aanmerking komen voor renovatie zijn namelijk ingestrooid met SBR. “Dan ben je bij de renovatie wettelijke verplicht om vast te stellen of de onderbouw of omgeving niet vervuild is met stoffen die uit het SBR uitlogen. Denk daarbij aan zink en minerale oliën. Mocht blijken dat de onderbouw vervuild is dan is men verplicht deze eerst te saneren, tenzij de nieuwe mat weer voorzien wordt van SBR-infill. In dat geval kan men die sanering vooruitschuiven.” Nu de Europese Commissie van zins is om met name de verkoop van infills zoals SBR aan banden te leggen, gebeurt dat laatste echter nog zelden. De problematiek met de SBR-velden was voor Akkerman in 2022 mede de reden dat hij, samen met partner Arjen Wallinga, MORV adviseurs heeft opgericht. “Naast het uitwerken van inrichtings- en beheerprojecten op het gebied van openbare ruimte komen ook de milieukundige en ecologische vraagstukken vaker op ons af,” zo motiveerde hij die stap destijds.
Sporttechnische laag als bron
Behalve de SBR-infill kan ook het SBR in de sporttechnische laag een bron van vervuiling zijn. “Onze ervaring is dat er bij 90% van de sporttechnische lagen waar SBR met zand of lava is vermengd, er grote kans is op problemen,” zo vervolgt Akkerman. Hij stelt zelfs dat dat voor vrijwel alle sporttechnische lagen geldt die bestaan uit een mengsel. “Juist daarom pleiten wij ervoor om voortaan juist met uniforme bouwstoffen te werken. Dat voorkomt problemen in de toekomst. Bovendien zijn die beter herbruikbaar wat beter past in de drang naar duurzaamheid.”
Volgens Ulbert Hofstra van testinstituut SGS Intron kan de vaststelling of de onderbouw vervuild is, al snel vier tot zes weken vergen. “Het is eerder zes weken dan vier weken,” zo waarschuwt hij. Wanneer de nieuwe mat weer voorzien wordt van SBR moet vastgesteld worden of de adsorptiecapaciteit van de onderlagen voor zink dat uit SBR uitloogt, nog voldoende is. SGS Intron beoordeeld de aangeleverde monsters: het is aan het ingenieurs- of adviesbureau om deze te steken. “Het protocol daarvoor kan worden teruggelezen in de nieuw Handreiking Renovatie en Ombouw van de branchevereniging BSNC,” zo merkt de onderzoeker op. Hoewel de kans op vervuiling van de onderlagen onder een veld met SBR-infill aanwezig is, kan Hofstra niet op voorhand zeggen welke factoren die kans hebben vergroot of juist hebben verminderd. “Omgevingsfactoren, de bodemgesteldheid de wijze van drainage en de ligging van de drainage zijn slechts een paar factoren die daarbij een rol spelen. Helaas zijn we er echter nog niet aan toegekomen om in kaart te brengen wat nu in welke mate, eventueel, een rol speelt,” zo erkent hij. Wie een veld met SBR-infill, al dan niet in het voorjaar of najaar, wil laten renoveren, wordt daarom aangeraden om monsters van de onderlagen zo snel mogelijk te laten steken en te laten verifiëren. Valt de uitslag tegen, dan is er nog voldoende tijd om de werkzaamheden goed te plannen of beter in te richten.
Onnodige gretigheid
Een negatief testresultaat kan tot een zeer ongemakkelijke eerste bouwvergadering leiden wanneer alle betrokken partijen juist worden geacht het project op de rails te zetten. Maar Akkerman heeft de ervaring dat dat ook het geval kan zijn zelfs als de club of gemeente z’n zaakjes voor elkaar heeft. “We hebben verschillende keren ervaren dat de aannemer al bij de eerste bouwvergadering pleit voor meer tijd. Ik heb daar mijn vraagtekens bij, omdat ze vooraf weten waar ze op inschrijven en welke voorwaarden daarbij gelden.” Mark Vorsteveld van SRO Amersfoort herkent dat beeld. “Aannemers hebben het gevoel dat als Ze kunnen praten, er wel uit komen. Zij willen het liefst zoveel mogelijk opdrachten scoren en hebben de neiging om op elk project in te schrijven omdat ze worden afgerekend op het verkochte aantal vierkante meters kunstgras. Als dan blijkt dat ze meerdere aanbestedingen toegewezen hebben gekregen die in dezelfde periode uitgevoerd moeten worden, dan hebben ze opeens een probleem omdat ze niet voldoende capaciteit hebben om al die projecten uit te voeren.” Voordat Vorsteveld bij de aanbieder van facilitair management voor sportaccommodaties aan de slag ging, werkte hij jarenlang bij verschillende sportveldeninstallateurs. Hoewel velen ervoor pleiten om niet met een boeteclausule te werken, is zijn ervaring dat zo’n stok achter de deur, wel degelijk werkt. “Bij degene die in dat geval het hardste piept of de zwaarste boete oplegt, zal het veld als eerste worden afgewerkt,” zo merkt hij op. Vorsteveld ziet het als de taak van SRO om, in dit geval, de gemeente Amersfoort zo goed mogelijk voor te lichten en de club te ontzorgen. “Het liefst betrek je er een adviesbureau bij. Die kennen het bestek, ontzorgen je en zouden in staat moeten zijn om goed toezicht uit te voeren. Zeker voor gemeenten die niet beschikken over de specifieke kennis over de aanleg van kunstgrasvelden, kan dat een uitkomst bieden.” In Nederland wemelt het inmiddels van de adviseurs. “Daar zit van alles tussen: van zzp-ers met een werkverleden bij een bepaalde partij tot grote organisaties met meerdere disciplines. Belangrijk is dat zo’n adviesbureau z’n geld verdient aan de gemeente en niet aan de aannemer.”
Overmacht kan
Een van de adviezen in het vorige artikel was om werkzaamheden tijdig te gunnen. Dat geeft de aannemer voldoende tijd om werkzaamheden goed te plannen. “Vergeet niet dat het kunstgrastapijt specifiek voor een project wordt geproduceerd. Die mat wordt dus pas besteld zodra de overeenkomst is ondertekend,” zo merkt Sander Akkerman op. “Als een gemeente van een aannemer verlangt dat hij het werk binnen de gestelde tijd moet realiseren, dan is het ook nodig dat een gemeente goed opdrachtgeverschap moet tonen door de processen aan die kant tijdig te laten verlopen. Als voor de opdrachtverstrekking aan de aannemer meerdere handtekeningen nodig zijn, dan moeten die ook zo snel mogelijk worden gezet. Wanneer dat niet gebeurt, dan is het heel goed te begrijpen dat zo’n aannemer opeens claimt het project niet langer binnen de gestelde termijn te kunnen opleveren.” Mark Vorsteveld stelt daarom ook duidelijk: “één van de dingen waar ik wel invloed op heb, is de tijd. Daarom praat ik tijdig met de gemeente en probeer ik ook zo snel mogelijk de club erbij te betrekken. Die laatste is tenslotte de grootste belanghebbende.”
Maar er blijft ook nog altijd een factor waar we géén grip op krijgen: het weer. In het vorige artikel werd opgemerkt dat, om een kunstgrasveld te renoveren, de hele installatieperiode vorstvrij moet zijn. Aangezien we de afgelopen jaren géén strenge winters meer hebben gehad, meenden de aannemers dat ze voortaan dus al vroeg in het voorjaar kunnen beginnen. Maar het blijkt dat men zich erg vroeg rijk heeft gerekend. Zelfs begin april werden er temperaturen rondom het vriespunt gemeten en werd sneeuw tijdens de Paasdagen niet uitgesloten. Ook qua neerslag is 2023 ons tot dusver weinig goed gezind. “Februari was zeer nat, maart 2023 gaat de boeken in als de op 5 na natste maand maart sinds 1901 en ook april lijkt bijzonder nat te worden,” zo omschrijft een woordvoerder van het KNMI het klimaat van 2023 tot dusver. Omdat stabilisatiezand of performance infill niet kan worden aangebracht in vochtige omstandigheden, is het op veel projecten niet gelukt om de deadline te respecteren. Tegenvallende weersomstandigheden laat aannemers vaak geen keus dan om overmacht te claimen.
Wie een kunstgrasveld buiten het traditionele installatieseizoen wil laten renoveren kan, in theorie, binnen twee à drie weken op een nieuw kunstgrasveld spelen. Met een beetje geschuif in de planning voor de trainingen, de medewerking van andere clubs in de gemeente of omgeving om trainingen of wedstrijden te accommoderen en de welwillendheid van tegenstanders om uit- en thuisverplichtingen te switchen of wedstrijden op andere dagen of tijdstippen dan gedurende het weekend te spelen, zou dat moeten kunnen. Voorwaarde blijft wel dat het weer mee zit en dat de planning tot in de puntjes is geregeld en waarbij de kans op onaangename verrassingen zoveel mogelijk is geminimaliseerd. Met name bij de renovatie van een SBR-veld vraagt dat een stukje extra voorbereiding.
Jaren terug heeft de BSNC al een handreiking spreiding bouwseizoen kunstgrasvelden opgesteld. Die is nog steeds actueel.