Gras gaat strijd met kunstgras aan

Het KNVB-uitgangspunt dat gras per jaar slechts 250 speeluren aan kan, staat al langer ter discussie. ‘Een goed onderhouden veld moet makkelijk 350 uur aan kunnen,’ zeggen sommigen. Maar als we de sprekers van de Nationale Grasdag mogen geloven dan is zelfs 1.000 uur per jaar niet langer een limiet.

Uitgangspunt daarvoor is dan wel een grasmat met ontzettend veel veldbeemd, zo pleitte Job Steunenberg van Advanta Seeds. Steunenberg staat bekend als grote liefhebber van een hoog gehalte van deze grassoort. “De horizontale uitstoeling van de wortels maakt van dit gras het anker voor de zode.”

In zijn presentatie besprak Steunenberg de resultaten van een proef bij V.V. De Markiezaten in Bergen op Zoom. De club met 800 leden beschikt over 4 velden. Vorig jaar liet het haar hoofdveld bezoden met zogenaamde ‘big rolls’ die uit minimaal 70% veldbeemd bestonden. Geen van de big rolls bevatte netting.

“Een goede doorlaatbaarheid en stabiele toplaag waren daarbij het uitgangspunt,” zo lichtte hij het project toe. Sindsdien wordt het veld vier dagen per week benut voor trainingen en worden er op zowel donderdagavond als in het weekend, wedstrijden op gespeeld.

“Sinds de oplevering in september 2022 is de mat twee keer extra bemest en twee keer belucht met massieve pennen.” Ook is het veld in maart dit jaar doorgezaaid met 180 kg Recover 4 Tetra. Tijdens de zomerstop zijn de doelgebieden herbezood maar omdat de mat verders goed gesloten was, is het sindsdien niet meer doorgezaaid. Volgens zowel voorzitter Michael Timmermans als beheerder Mark van Tilburg als Joost Lambregts van de gemeente Bergen op Zoom, voldoet het veld nog altijd naar volle tevredenheid.

Afgewogen beslissing

Steunenberg beargumenteert dat ’n oplossing zoals waar in Bergen op Zoom voor is gekozen, óók financieel gezien met kunstgras kan concurreren. “Een kunstgras voetbalveld kost al snel over de 5 ton en op veel plekken reserveert men jaarlijks zo’n 6.000 euro voor het onderhoud van zo’n veld. Dat betekent dat als je het veld over acht jaar wilt afschrijven, je jaarlijks 70.000 euro moet reserveren. Schrijf je het over 12 jaar af, dan kost je dat jaarlijks 50.000 euro. Het bezoden heeft de vereniging nu 70.000 euro gekost en het jaarlijks onderhoud is begroot op 10.000 euro. Zelfs als het veld in Bergen op Zoom over drie jaar wordt afgeschreven dan nog is die jaarlijks post zo’n 30.000 euro. En als het lukt om de levensduur van de mat tot vier jaar te rekken, dan kost het slechts zo’n 20.000 euro per jaar.”

Het is een forse claim maar eentje die, als we Joris van der Cammen van Kybys mogen geloven, haalbaar is. “Belangrijk is dat men de ambitie, het beschikbare budget en de kaders goed laat matchen,” zo betoogde hij. Van der Cammen adviseerde de bijna 300 toehoorders om de investeringen in een sportveld juist op basis van de Total Cost of Ownership te beoordelen.

“We moeten slimmer omgaan met budgetten,” zo merkte hij op. “Op dit moment werken we nog teveel op basis van een planning. Maar is een frequentiebestek eigenlijk nog wel actueel?” zo vroeg hij zich af terwijl buiten, voor de zoveelste dag, de regen neerdaalde. De neerslagintensiteit van de afgelopen weken, was de reden dat inspectie van het stadionveld dat bij de Nationale Grasdag traditie is, ditmaal vanaf de tribunes moest gebeuren.

Waar ligt de grens?

Martijn Corstiaensen van Bras Fijnaart vroeg zich af of het wel realistisch en eerlijk is “dat we altijd een 10 nastreven qua kwaliteit van de mat”. Het is een terechte vraag als je weet dat de KNVB-norm die gehanteerd wordt om de conditie van de stadionvelden in de Eredivisie te beoordelen, niet meer dan indicatief is. In het slechtste geval ontvangt de club geen beloning. Ongeacht de conditie, zal het veld vrijwel niet worden afgekeurd.

Datzelfde principe wordt ook door FIFA gehanteerd. En voor wat betreft kunstgras roept de Wereldvoetbalbond al jaren dat ‘de eisen aan een kunstgrasveld voor de breedtesport anders zijn dan die in een stadion’. FIFA benadrukt daarom altijd dat stadionvelden niet het uitgangspunt voor breedtesportvelden mogen zijn.

Misschien legde Liset van Pinxteren van IPC Groene Ruimte de vinger wel op de zere plek.

“Wat is een duurzaam speeluur?” vroeg ze het publiek bij de officiële opening van de 19e Nationale Grasdag. Het antwoord daarop was niet eensluidend omdat iedereen, klaarblijkelijk, een eigen definitie hanteert.

Van Pinxteren hanteert in die van haar, de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen die de Verenigde Naties hebben gedefinieerd. Daarbij merkte ze op dat “sportparken vaak niet zijn ingericht op overig groen,” een vorm van groen waar nog veel winst mee valt te boeken. Dat was ’n opmerkelijke constatering gezien de insteek van de Nationale Grasdag 2022.

Akkoord op akkoorden

Vincent van Rijsewijk, een Adviseur Duurzaamheid, leunde ook sterk op de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. “De komende jaren gaat er ontzettend veel op ons af komen. Zo moeten we in 2030 49% minder CO2 uitstoten dan dat we in 1990 deden, worden we dan geacht voor tenminste 50% circulair te zijn en moet de lucht dan tenminste 50% gezonder zijn.”

Dat klinkt fatalistisch maar als men weet dat men pas in 1999 is begonnen met meten, dan valt te begrijpen dat de cijfers voor 1990 dus rekbaar zijn.

Dat neemt echter niet weg, dat we zuiniger moeten worden. “In de afgelopen 150 jaar hebben we één derde van alle grondstoffen die in 4,5 miljard jaar zijn opgebouwd, inmiddels opgemaakt.”

Van Rijsewijk benadrukte daarom dat “elke euro die we nu investeren, moet bijdragen aan een doel van de toekomst. We gaan dus van businesscase naar value-case: van ’n focus op wat iets kost naar ’n focus op wat iets gaat bijdragen.”

Om dat in perspectief te zetten, greep hij terug naar de compensatieprijs die de uitstoot van één ton CO2 eigenlijk zou moeten kosten. “Momenteel ligt die prijs op 100 euro per ton maar eigenlijk zou dat 875 euro per ton moeten zijn.”

De grootste veroorzaker daarbij is de logistiek die nodig is om alles van grondstoffen tot halffabricaten, eindproducten en afgeschreven producten, te vervoeren.

Vergeleken met de MKI voor kunstgras, is dat voor gras een stuk beperkter. Zeker wanneer er slimme keuzes worden gemaakt waardoor het aantal speeluren per jaar, naar over de 1.000 gestuwd kan worden.

Geef een reactie