LCA-Tool sportvloeren krijgt langzaam vorm

Waar in de grond-, weg- en water bouwsector werken met een milieukostenindicator inmiddels gemeengoed is, moet dat in de sportsector nog worden. Op initiatief van de sector zelf, krijgt een sportvariant nu langzaam vorm.

Doorsnede kunstgrassysteem

Waar in de grond-, weg- en water bouwsector werken met een milieukostenindicator inmiddels gemeengoed is, moet dat in de sportsector nog worden. Op initiatief van de sector zelf, krijgt een sportvariant nu langzaam vorm.

Het belang van duurzaamheid en een gezond milieu is inmiddels duidelijk én worden steeds meer leidend bij het plannen van projecten. Vooral eigenaren en investeerders willen daarom vooraf weten wat de relevante milieueffecten zijn van hun investering. Een Life Cycle Analysis (LCA) helpt daarbij door alle milieueffecten gedurende de hele levenscyclus te wegen en deze op te tellen tot één enkele score. Zo ontstaat er een schaduwprijs ofwel milieukostenindicator (MKI). Zo’n MKI helpt ook om die milieu-impact beter te communiceren.

Rik van Kraaij van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) noemt de komst van een MKI een essentiële ontwikkeling. Hij wijst erop dat de MKI een aanvulling op de huidige inkoopbenadering voor sportvloeren moet worden. “Nu staat de sporttechnische kwaliteit van een sportvloer centraal bij de keuze. De mogelijkheid om de milieutechnische kwaliteit van die vloer te beoordelen, gaat daar straks bijkomen,” zo sprak hij bij zijn inleiding van een tussentijdse update over de voortgang van het project.

KZS-eisen blijven leidend

Van Kraaij merkt op dat dit project een doorontwikkeling is van de BSNC LCA-Tool die door de aannemers en leveranciers in de acht jaar voor dit project is ontwikkeld. “De kennis en kunde vanuit dat traject vormen de basis voor de huidige doorontwikkeling naar een onafhankelijk en eenduidig LCA-Tool Sportvloeren.” Het uitgangspunt is en blijft dat de sportvloer moet voldoen aan de voorschriften zoals die zijn vastgelegd in het Kwaliteitszorgsysteem Sportaccommodaties 2.0 (KZS). Maar waar de performance van een vloer wordt bepaald door de onderlinge samenhang van de afzonderlijke componenten, wordt straks voor elk component individueel ook een MKI-waarde afgegeven. Inkopers kunnen daarmee inkoopvoorwaarden stellen aan alleen de toplaag, fundering of onderbouw of een combinatie van twee of alle drie de delen. “De milieuprofielen van de verschillende producten worden weliswaar los berekend en in de Nationale Milieudatabase opgenomen maar het is niet het idee dat je de producten los met elkaar gaat vergelijken,” benadrukt René Kraaijenbrink van advies en ingenieursbureau LBP|Sight. “Ook de vergelijking van de milieuprestatie tussen de verschillende vloeren moet op systeemniveau plaatsvinden.” Volgens hem hoeft het één de ander niet uit te sluiten. “Meerdere product/component combinaties zouden tot hetzelfde niveau van functionaliteit kunnen komen. In theorie is het dan prima mogelijk om de milieuprestatie van deze verschillende systeemvarianten te vergelijkingen en, net als de economische verschillen, mee te laten wegen in het gunningsproces.” Dat is dan wel afhankelijk van hoe een aanbestedende partij de regels in de markt zet.

Nationale Milieudatabase

De milieuprofielen van alle verschillende componenten worden opgenomen in de Nationale Milieudatabase (NMD). “Elk land stelt specifieke eisen. De speelruimte die de Europese norm voor het uitvoeren van een LCA biedt, is echter groter dan de wettelijke methode die in Nederland wordt voorgeschreven,” zo motiveerde Kraaijenbrink de reden waarom een nationale database zo’n grote rol speelt. Om dezelfde reden zijn ook de Environmental Product Declarations (EPD) van buitenlandse leveranciers niet altijd bruikbaar. “Ook die voldoen niet altijd aan de aanvullende rekenregels die de NMD voorschrijft.” Toch kijkt Nederland ook naar wat er elders in Europa gebeurt. Als de regels passen binnen de bepalingsmethode van de NMD en als specifieke informatie van de fabrikant zelf ontbreekt, dan worden zoveel mogelijk de scenario’s uit het Product Environmental Footprint Category Rules (PEF-CR) project gevolgd. Die PEF-CR is een initiatief van de Europese Commissie en stelt op dit moment regels op voor, vooralsnog, een beperkt aantal productgroepen. Kunstgras is daar één van. Indien ze daarin slagen, zullen die regels straks ook gaan gelden voor allerlei andere productgroepen. Namens de kunstgrasindustrie is de EMEA Synthetic Turf Council (ESTC) bij het opstellen van die regels betrokken. Onlangs kondigde die aan dat het in december de markt zal bijpraten over de voortgang van het project.

Generieke informatie

Voor de LCA-Tool Sportvloeren vanuit de Routekaart Verduurzaming Sportsector, zijn acht kunstgrastoplagen, vijf dempende lagen en één biologisch afbreekbaar infill in kaart gebracht en, vervolgens, aan de NMD toegevoegd. Producten die het toetsingsprotocol hebben afgerond, krijgen in die database een categorie-1 status. De NMD kent echter ook een groep categorie-3 producten. “Voor alle categorie-1 producten moet ook een algemeen categorie 3-product in de NMD staan,” merkt Gert-Jan Vroege van Eco-Intelligence op. Net als René Kraaijenbrink ondersteunt hij de Routekaart Verduurzaming Sportsector met zijn expertise op het gebied van LCA en MKI.

Categore-3 producten zijn merkloos en de bijbehorende data is dus niet gebonden aan een specifiek product. De gegevens zijn ook niet getoetst volgens het toetsingsprotocol. Componenten die de aannemer voorstelt voor de nieuwe sportvloer maar die nog niet zijn getoetst en in de NMD zijn opgenomen, vallen in de MKI automatisch in categorie-3. Het is raadzaam om dat te voorkomen. “Vanwege de grotere onzekerheden wordt de schaduwprijs van een categorie-3 product in de MKI-berekening met 30% verhoogd,” zegt Vroege daarover. Een sportvloer die dus helemaal bestaat uit categorie-3 producten is daarmee, in theorie, 30% duurder dan een vloer waarvan wordt voorgesteld om die op te bouwen met alleen maar categorie-1 producten. Vroege roept daarom iedereen op te starten met het verzamelen van zoveel mogelijk gegevens. “Dat zal de doorlooptijd voor de opname in de NMD verkorten waardoor sneller de juiste schaduwprijs voor het product gehanteerd kan worden,” was zijn advies. Het is namelijk slechts een kwestie van tijd voordat MKI een vast onderdeel van het inkoopbeleid voor een sportvloer wordt. De doorlooptijd voor registratie is slechts enkele weken maar vereist wel uitvoerige documentatie. De kosten voor die registratie worden geschat op zo’n 8.000 euro.

Inkopen met MKI

De MKI kan worden uitgerekend met behulp van rekentools zoals DuboCalc. De codes in DuboCalc zijn gekoppeld aan de RAW-systematiek. In die berekening wordt voor elk component van de sportvloer de milieueffecten van zowel de winning van de grondstoffen, het transport daarvan, de fabricage van het component en het transport van dat component naar de bouwlocatie gewogen. Ook de effecten tijdens het gebruik, het slopen en recyclen en de lasten of baten van het materiaal na recycling, tellen daarbij mee. “Dat wordt allemaal berekend aan de hand van een vaste lijst met 11 milieueffecten met elk een vaste weegfactor. Die weegfactor ligt al jaren vast. De voorgestelde hoeveelheid maal de weegfactor geeft vervolgens een MKI-waarde,” zegt Vroege. De weegfactor voor gevolgen die kunnen leiden tot klimaatverandering, verzuring of toxicologische effecten op de mens worden hiermee zichtbaar. “Toepassing van minder verstorende producten wordt zo dus nadrukkelijk aangemoedigd.”

De uitvrager zal straks een bovengrens vaststellen door zelf een berekening te maken op basis van alleen maar categorie-3 producten. “De inschrijvende partij zal daaronder dienen te blijven.”

Inschrijven met behulp van MKI

Aanbieders die inschrijven op de Beste Prijs Kwaliteit Verhouding-aanbesteding (BPKV) maken hun eigen MKI-berekening. Dat doen zij zowel met categorie-1 als categorie-3 producten. Componenten die in het aangeboden kunstgrassysteem gebruikt gaan worden en die al in de NMD zijn opgenomen, genieten in de MKI-berekening, fictief, 30% korting. Die MKI wordt samen met de prijs aangeboden. De aanbieder die voor het project het dichts bij een lagere MKI-streefwaarde komt, krijgt de meeste punten of fictieve aftrek op de aanneemsom. Het project zal zo dus op basis van een combinatie van prijs en MKI-waarde gegund worden. Let wel: uitgangspunt blijft dat de sportvloer moet voldoen aan de eisen zoals die in het Kwaliteitzorgsysteem 2.0 gesteld worden.

De door de inschrijver aangeboden MKI wordt vervolgens een contract-eis voor het werk. Blijkt na oplevering dat de aangeboden MKI niet gehaald wordt, dan verandert die fictieve korting in een harde boete naar rato. Daar bovenop komt dan ook nog eens een boete van 50% van de genoten fictieve korting. Dat moet het halfslachtig omgaan met de MKI, ontmoedigen. Wie die naleving moet gaan vaststellen, staat echter nog niet vast en ook zijn de spelregels hiervoor nog niet opgesteld. “De spelregels voor inkoop met MKI zijn nog in beweging. Zo dienen de uitvragende partijen goed na te denken over hoe de naleving van de gegunde opdrachten uitgevoerd zal worden,” zo stelt Rik van Kraaij.

Extra tools voor de tool

MKI voor de sportvloerenbranche is voor velen nog nieuwe materie. Dat bleek ook wel uit de reacties van de (online) aanwezigen. “LCA’s en MKI is allemaal nog best recent en er wordt nog altijd veel geleerd. Vandaar dat er bij een breder publiek nog maar weinig over bekend is,” zegt René Kraaijenbrink erover. Extra informatie over het juist aanbesteden kan bij Pianoo gehaald worden. Dit Expertisecentrum aanbesteden publiceert al een aantal jaar informatie over dit onderwerp. Daarnaast is er toegezegd dat er een handboek wordt opgesteld en dat de communicatie omtrent de LCA-Tool Sportvloeren wordt aangescherpt. Ook wordt er overwogen om, afhankelijk van de behoefte, kennissessies te organiseren. Een volgende stap is het uitvoeren van een pilot. Bij voorkeur een die draait om de renovatie van een kunstgrasveld. “Pilotprojecten zijn echt noodzakelijk om deze ontwikkeling uit te proberen want er is nog veel onduidelijk,” zegt Rik van Kraaij die wijst op de ‘eerst zien, dan geloven,’ opmerking van een van de aannemers. Volgens Gert-Jan Vroege zijn de bedrijven die hebben bijgedragen aan het opstellen van deze tool al klaar zijn voor de toekomst. “De EU onderschrijft deze systematiek en gaat die ook toepassen. Dit is een mooi voordeel van dit project.”

Sportvelden.info blijft de ontwikkelingen omtrent de LCA-Tool Sportvloeren volgen en houdt u op de hoogte. Het dossier LCA is daarom in onze lijst met themadossiers opgenomen. Hier vindt u ook verwijzingen naar (openbare) informatie elders.

De LCA-Tool Sportvloeren is ook een thema bij het aankomende BSNC KUNSTgres. Dat congres wordt 3 oktober in Apeldoorn gehouden.

Afbeeldingscredits: TenCate Grass

Geef een reactie