Sportaccommodaties goed startpunt om biodiversiteit te stimuleren

De ruim 22.000 sportaccommodaties in ons land omslaan misschien slechts ’n paar procent van onze landmassa, in het verbeteren van de biodiversiteit kunnen ze een enorme rol spelen. Een keur aan informatie moet betrokkenen zoals gemeenten, beheerders maar ook sporters zelf, daartoe inspireren.

Sportaccommodaties zijn een goede plek om biodiversiteit te stimuleren

Het idee dat de focus van maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van onze gezondheid slechts beperkt moet zijn tot het leveren van hun (meetbare) intrinsieke taak, is niet meer van deze tijd. Sportaccommodaties kunnen veel meer dan het bieden van hun initiële functie alleen. Ergens zijn ze dat ook aan hun stand verplicht omdat ze vaak betaald zijn met publiek geld. Zelfs wanneer dat niet het geval is, dan heeft de uitbater toch zeker een morele plicht om de gevolgen van problemen die de hele maatschappij aan gaan, te helpen verlichten. Een beter welzijn van de leden wordt niet bereikt in de betreffende sportomgeving alleen. Ton Hesselmans, senior programma manager bij kennisplatform CROW zei daar onlangs over: “De samenleving wordt complexer. Grote maatschappelijke opgaven liggen bij het management, op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Beheerders van de openbare ruimte hebben de sleutel in handen om deze complexe vragen in samenhang op te lossen. Zij zijn verantwoordelijk voor het in stand houden, vervangen en vernieuwen van ondergrondse en bovengrondse publieke systemen en spelen daarmee een cruciale rol bij het realiseren van maatschappelijke doelen.” Dat geldt voor publiek toegankelijk sportaccommodaties niet anders.

“Sportaccommodaties lenen zich dus bij uitstek om een olievlekeffect in gang te zetten”

Roland van de Lockant, NOC*NSF

Sportaccommodaties als vliegwiel

Volgens het Mulier Instituut liggen de 22.000 sportaccommodaties dermate door ons land verspreidt dat elke gemiddelde Nederlander al op 800 meter van huis een sportaccommodatie treft. Wie wil fitnessen, aan indooractiviteiten wil deelnemen of voetbal of tennis verkiest, kan volgens het instituut nog altijd op 1,6km bij een relevante sportaccommodatie terecht. Ter vergelijking: wie de ongeveer 8.050 primaire onderwijsinstellingen of 5.100 voortgezet onderwijsinstellingen in ons land wil bereiken, moet daarvoor respectievelijk 700 meter of 2,4 kilometer afleggen. Sportaccommodaties lenen zich dus bij uitstek om een olievlekeffect in gang te zetten, zegt ook Roland van de Lockant van NOC*NSF. “Sportaccommodaties worden nu vaak alleen vanuit de sportfunctie benadert terwijl de natuur altijd in ontwikkeling is. Ze bieden echter enorme kansen om de biodiversiteit in de bestaande omgeving te laten integreren,” zo zegt de Projectleider Verduurzaming van NOC*NSF. Met de flyer Natuurinclusief sporten en bewegen willen de nationale sportkoepel de sportverenigingen vooral inspireren. “Het planten van een appelboom of muntstruik zal de biodiversiteit zeker in bewegen brengen. Wanneer je de vruchten daarvan aan de leden serveert dan zal het thema zeker meer interesse opwekken. Vaak haken mensen daarop in en worden ze enthousiast voor andere ontwikkelingen.”

“Nu is het vaak een kale bedoeling op sportparken”

Ingrid Sanders, VHG

Volgens Van de Lockant valt er voor de vereniging zelf ook veel te winnen. “Je trekt hiermee ook een ander type mens bij de vereniging naar binnen. Mensen die, misschien niet direct veel op hebben met de betreffende sport, maar wel enthousiast zijn over de natuur of gezonde voeding. In de verenigingswereld draait alles om de beschikbaarheid van vrijwilligers. Ook dit soort enthousiastelingen kunnen veel voor een vereniging betekenen,” zo is zijn observatie in een tijd waarin de vraag naar volkstuinen niet is bij te benen. Volkstuinders op een sportcomplex zullen zeker ook de sociale controle tijdens de daluren stimuleren.

De toekomst vereist de jeugd

Het verbeteren van de biodiversiteit vereist alles en iedereen maar het zijn vooral onze kinderen en kleinkinderen die van die inzet zullen profiteren. Ook daarom lenen sportaccommodaties zich dus uitstekend voor het verder uitwerken van het biodiversiteitsthema. Het aantal jeugdleden voert bij de meeste verenigingen de bovenhand. “Het is een andere generatie maar wel eentje waar milieu en duurzaamheid enorm leeft. Ze voelen zich vaak al automatisch aangetrokken tot dit soort thema’s en willen er graag aan meewerken,” zo merkt Roland van de Lockant op. Ook Ingrid Sangers van de Koninklijke Vereniging voor Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) deelt die mening. “Nu is het vaak een kale bedoeling op sportparken,” zo geeft ze als extra reden om de biodiversiteit op sportparken een te verbeteren. Begin dit jaar lanceerde de VHG haar eigen greenpaper om het stimuleren van de biodiversiteit op sportaccommodaties, een extra impuls te geven. Als branchevereniging kijkt de VHG vooral praktisch naar het huidige biodiversiteitsprobleem. “Groen is de basis van de voedselpiramide en dus essentieel voor het functioneren van veel ecosystemen.” Sangers schat dat op veel sportaccommodaties nog altijd 70% winst kan worden geboekt. “Denk daarbij aan het (deels) verwijderen van verharding op de parkeerplaats, wandelpaden of vertierplekken op het complex. Behalve dat het regenwater zo beter in de grond kan infiltreren en dus bijdraagt aan een klimaatadaptieve omgeving, biedt dit sommige insecten ook meer kans om te overleven.”

biodiversiteit kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de geïntegreerde plaagbestrijding”

Ook het plaatsen van een bijen- of insectenhotel is een ander, laagdrempelig, voorbeeld. Hiermee faciliteert men het Bed & Breakfast principe waar Friso van der Zee van Wageningen Universiteit het had tijdens de BSNC-presentatie op de Vakbeurs Sportaccommodaties in Houten; een aangename verblijfsplek voor insecten die bloemen, planten en fruitbomen kunnen bestuiven maar die ook als voedingsbron voor andere gewenste dieren kunnen dienen.

Productieve bijdrage

De overvloedige aanwezigheid van insecten en kleine dieren zal, met name, vogels plezieren. Dit kan verder worden gefaciliteerd met iets simpels als het ophangen van nestkastjes. Vervolgens kunnen die vogels weer helpen bij het beheren van, met name, sportvelden. Vaak zijn die monoculturen van gras een luilekkerland voor plaagdieren, zo zegt Friso van der Zee. Van spreeuwen, kokmeeuwen en scholeksters is bekend dat ze de grasmat ontdoen van engerlingen en emelten zonder de mat te beschadigen. De groene specht is juist weer verzot op zwarte wegmieren wiens invloed op paden, terrassen of de grasmat niet gewenst is. Koolmezen zijn weer de natuurlijke vijand van de eikenprocessierups die vooral huidirritaties opleveren. Met andere woorden; het stimuleren van de biodiversiteit kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de geïntegreerde plaagbestrijding die de stakeholders zoals verenigd in de Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek (BSNC) nastreven. Wageningen Universiteit heeft er zelfs een hele factsheet over. Maar Ingrid Sangers ziet ook andere voordelen. “Behalve dat dichte beplanting een onderkomen biedt aan insecten en kleine dieren, filtert het ook geluid en beschermt het tegen vervuilde lucht van nabijgelegen bronnen zoals drukke verkeerswegen. Dergelijke beplanting tegen de bebouwing is ook heel effectief tegen graffiti.” Volgens de VHG kan een verzorgde, groene en schone omgeving de vervuiling, vandalisme en criminaliteit met ruim 40% voorkomen of reduceren. Het is maar een kleine greep suggesties die u in de documenten kunt vinden. Ook reppen die documenten van financiële voordelen. Zo zouden medewerkers en vrijwilligers graag werken bij een organisatie die gevestigd is in een prettige, groene omgeving. De waarde van vastgoed in groene omgeving zou zo’n 5 tot 10% hoger liggen. Beide statistieken zijn op basis van een veel bredere kijk naar vastgoed dan sportaccommodaties alleen. Desalniettemin mag ook die laatste groep deze gegevens extrapoleren.

Slim realiseren

Zowel NOC*NSF als de VHG pleiten ervoor om de verbetering van de biodiversiteit met een brede groep mensen in te steken. “Om te komen tot natuurinclusieve sportparken is een multidisciplinaire aanpak nodig, waar experts van diverse beleidsterreinen, zoals sport, natuur en vastgoedontwikkeling, samenkomen,” zo valt er in het NOC*NSF document te lezen. Ingrid Sangers vult dat lijstje professionals aan met leden en omwonenden. “Die laatste moet je vooral niet vergeten wanneer je het groots wilt aanpakken maar ook als je planning kleinschalig blijven, zullen beide groepen je helpen een draagvlak te creëren.” Voor wie meteen groter denkt dan een paar kleinschalige interventies, zou vooral een natuurscan als uitgangspunt moeten dienen. “Zo’n bio-morfologische kaart van een sportpark kan bij een eventuele renovatie van sportvelden goede aanbevelingen geven om natuurinclusief te bouwen,” is een tip van NOC*NSF. Die kaart kan dan worden meegenomen in de aanbesteding van een renovatieproject en van pas komen wanneer gemeenten EMVI-criteria hanteren.

Onlangs riep de Nederlandse Sportraad de bewindspersonen op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op om in het streven een gezonde maatschappij, sport en bewegen als een eerste levensbehoefte te accepteren. Sportaccommodaties kunnen dat streven op veel meer wijze faciliteren. Behalve het bieden van een comfortabele, veilige en competitieve sportomgeving waar men de kilo’s eraf kan trainen of een maatschappelijk gewenste focus kan nastreven, kan accommodatie zelf ook helpen om bio divers en klimaatadaptief Nederland te realiseren.

Geef een reactie