Groundsman Eddy van Endert: ‘ik leef in een gouden kooi’

Mochten de voetbalautoriteiten ooit besluiten een WK voor groundsteams te organiseren, dan is het zeer aannemelijk dat u daar het team van KRC Genk op zult aantreffen. Groundsman Eddy van Endert en zijn team krijgen namelijk alle ruimte om de nieuwste technieken en technologieën te proberen. Daardoor maken zij het verschil.

Alom is het beeld dat in de Engelse Premier League de bomen tot aan de hemel mogen groeien om een gezond veld te kunnen blijven millimeteren. Maar ook in de wat bescheidenere voetbalcompetities wordt er met nieuwe technieken en technologieën gewerkt. Neem bijvoorbeeld KRC Genk uit de Belgische Pro League. Groundsman Eddy van Endert roemt het jonge management als één van de krachten van de club die hem en zijn team van 6 FTE en wat vrijwilligers, toestaat te excelleren. “De club ondergaat momenteel een verjonging. Zo is mijn lijnmanager slechts één jaar ouder dan ik en we worden echt aangemoedigd om innovaties te overwegen,” zo steekt de begin-dertiger van wal. Van Endert is verantwoordelijk voor zowel het hybride stadionveld als de twee kunstgras- en vier grasvelden op het jeugdcomplex alsmede de bijna drie trainingsvelden van de selectie. Daarnaast draagt het ook zorg voor het stadionveld in Geel dat gebruikt wordt door de beloften. “In principe heb ik mijn eigen budget maar grote investeringen moet ik motiveren. Gelukkig ligt de focus van het management op wat het beste is. Daarbij accepteert het dat deze niet altijd direct de goedkoopste is.” Zo is het hem gelukt om in slechts vier jaar tijd vrijwel het hele machinepark te vernieuwen en te moderniseren. Toch is Van Endert ervan overtuigd dat hij zo de club geld bespaart zonder dat de velden aan kwaliteit inboeten. “Toen we vorige winter de veldverwarming vanwege de extreem hoge energieprijzen niet mochten benutten, hebben we door het benutten van andere technieken, toch goede velden kunnen blijven realiseren.” Daarover straks meer.

Data is leidend

Waar hij juist de jonge gemiddeld leeftijd roemt, leunt Van Endert toch sterk op de input van een pensionado. “Die test wekelijks de conditie van de velden en de data wordt automatisch in een dashboard ingelezen. Die gegevens en een ondersteunend advies dat daaruit wordt gegenereerd, bepalen voor een groot deel het uitgangspunt van onze werkzaamheden.” De data wordt verzameld met behulp van moderne technologieën. “Daar kan weinig bij misgaan maar het is wel belangrijk dat de uitvoering daarvan constant gebeurt. Deze man doet het al jaren en doet dat in alle rust. Dat komt het beoordelingsresultaat ten goede.” Waar nodig wordt de toestand van het veld door specialistische laboratoria onderzocht. “Drie zomers geleden doken er opeens kale plekken in de grasmat op die niemand kon verklaren en hebben we het, achteraf gezien, totaal verkeerd aangepakt. Twee zomers terug zaaide we dan door, gaven we extra stikstof en extra water maar dat maakte het probleem juist groter. Pas toen de laboratoria erop gingen testen, bleek het Grey Leaf spot te zijn. Daarop zijn we onmiddellijk gestopt met stikstof en water geven en hebben we het veld in twee dagen gerenoveerd. Sinds afgelopen zomer werken we preventief en is de schimmel niet meer waargenomen.” Inmiddels is de grasbezetting terug naar 85%.

Groen licht tégen schimmels

Om schimmels blijvend de kop in te drukken, gebruikt Van Endert een UV-C unit. Een zorgvuldig gespecificeerd lichtspectrum ontneemt de schimmels hun broodnodige voedingsbodem en frustreert zo de groei van micro-organismes. “We gebruiken de techniek preventief en merken dat het een groei en verspreiding van schimmels voorkomt.” Van Endert koos specifiek voor de techniek van Rhenac Sports LED. “Die unit werkt op zes meter breedte waardoor het me slechts ’n kleine veertig minuten per behandeling vergt. Daarom behandelen we het veld dagelijks.” De behandeling vereist dat de tractor accuraat bereden wordt. Zo mag de overlap minimaal zijn en moet de snelheid constant zijn. Wordt er harder of langzamer dan 5 km/uur gereden dan schakelt het systeem zichzelf preventief uit om een ineffectiviteit of overkill te voorkomen. Van Endert beperkt de inzet daarom tot het stadionveld omdat, als hij alle velden zou willen behandelen, dit één FTE kost. “Als er een robotversie zou zijn dan zou ik het op al onze velden toepassen omdat het me dan geen mankracht kost. De integratie op een grasmaaier op werkzaamheden te combineren daarentegen, is iets dat me niet aanspreekt omdat dat betekent dat we, gezien ons beleid om de techniek dagelijks te gebruiken, het veld ook dagelijks betreden wordt.” Daarnaast ervaart het gras het UV-C licht als een koude douch maar benut het haar veerkracht om daarvan terug te komen. Een dubbele klap vanwege de verse snede, is echter teveel van het goede.

Hybridevelden

In het stadion speelt KRC Genk op hybride maar de trainingen worden afgewerkt op een veld waar lava door de onderlaag is gemengd. “Het stadionveld is in 2018 geïnjecteerd met 18cm lange kunstgrasvezels. De hybride-oplossing voor de trainingsvelden bevat géén kunstgras maar heeft een ondergrond waar lava doorheen is gemengd.” Die speciaal gewonnen lava bindt voedingselementen en voorkomt uitspoeling van meststoffen. De lavafracties van 0-3 mm zijn hoekig en creëren zo poriën waarin vocht en zuurstof vastgelegd worden. “Een van de grootste voordelen is dat het veld stabiel blijft en dat de vorm blijft behouden ook al is het kaal gespeeld.” Aanvankelijk koos KRC Genk voor slechts één zo’n veld. “Het is goedkoper dan een hybrideveld waarin kunstgrasvezels worden gestikt,” zegt Van Endert daarover. “Maar de selectie was al snel zo tevreden dat er besloten werd om ook het tweede trainingsveld, om te bouwen.” Ondanks de voordelen zal, naar verwachting, het hybride veld in het beoogde nieuwe trainingscomplex toch eentje worden met geïnjecteerde kunstgrasvezels hoewel nog niet vast staat welke van de aanbieders hiervoor gekozen wordt.

(Als) een warm deken

Ook KRC Genk benut de mogelijkheden van speciale grasgroeiverlichting. “We gebruiken zowel de HPS-lampen van SGL Concept als de LED-units van Rhenac Sports LED. De warmte van de HPS-lampen stimuleert al heel snel de grasgroei. Maar als je niet oplet moet je daardoor vaker maaien.” De LED-units benut hij juist in de doelmonden en hoeken van het veld. “We zien duidelijk dat die, op termijn, meer wortelgroei opleveren.” Om dat te finetunen heeft Van Endert zelf een tijdje zowel met de lichtkleuren als de infrarood op de units geëxperimenteerd.

Beide oplossingen waren forse investeringen en vereiste extra financiering. “We hebben ze eerst drie maanden lang uitvoerig getest waarna we ons verzoek voor een hoger budget konden motiveren.” Toch noemt Van Endert juist deze technologie als voorbeeld van een besparing die het de club op de lange termijn kan opleveren. “Hoewel het in de Pro League niet verplicht is, beschikken wij wel over veldverwarming. Maar die ligt er al sinds 1998 en is niet opgedeeld in meerdere zones. Dat maakt het gebruik ervan erg kostbaar.” Toen vorige winter de prijzen voor energie fors stegen, mocht Van Endert deze daarom niet benutten. “Door de Rhenac-units al in augustus op het veld te zetten, creëerden we meer wortelgroei nog voordat de winter begon waardoor de mat weerbaarder was gedurende winter.” De veldverwarming hoeft ’s winters dus niet gebruik te worden om wortelgroei te stimuleren. “We gebruiken die veldverwarming alleen om het veld echt vorstvrij te houden.” Maar voor het zover komt, zet hij eerst speciale doeken in om een eventuele bevriezing van de ondergrond zo lang mogelijk te frustreren. “Onze Covermaster bespaart ons nog eens 30% aan energie. Vorig jaar daalde de temperatuur zelfs tot -4⁰ maar kon er dankzij de doeken, toch worden gevoetbald.”

Gras is maatwerk

Het uitrollen en oprollen van zijn Covermasters vergt iets meer dan ’n uur maar het gebruik geeft Van Endert een extra voordeel. “Je kunt het gras daarna meteen maaien wat erg helpt op winterse dagen wanneer er al om 12 uur ‘s middags afgetrapt wordt.” Clubs in de Belgische Pro League moeten drie uur voor aftrap het veld opleveren. Als het gras ’s ochtends vroeg gemaaid wordt terwijl de spriet onvoldoende ontdooid is, krijgt het een gebutste snede. Dat verhoogt de kans dat ziekten en schimmels zich in het gras vestigen. Het vorstvrij-houden met behulp van de Covermaster weet dit te voorkomen.

Voor het maaien na afloop van een wedstrijd, gebruikt Van Endert een accu Dennis ER 34-R rotatieve maaier. “Met één accu kunnen we drie velden doen.” Omdat het in België verboden is om tijdens wedstrijden machines met verbrandingsmotoren in het stadion te parkeren, voorkomt de accu-aangedreven maaier dat Van Endert en zijn team na afloop ver moeten lopen. “Na het laatste fluitsignaal kunnen we meteen onze maaiers pakken.” Met dat stadion heeft Van Endert sowieso een haat-liefde verhouding. “Wij hebben één van de slechts drie stadions in België die géén open hoeken kennen waardoor de groeicondities voor het gras beïnvloed worden,” zo verklaart hij zijn verhoogde aandacht voor zijn werk. Het resultaat daarvan maakt dat, als KRC Genk op trainingskamp gaat, Van Endert vooruit wordt gezonden. “Ik moet er dan op toezien dat het beoogde trainingsveld wordt geprepareerd zoals onze staf het wil hebben.” Dan ervaart hij meer dan eens een in de breedtesport bekend probleem. “Laatst hadden we een aannemer die verantwoordelijk is voor 700 sportvelden maar die puur op basis van een planning werkt. Dat werkt niet want een goede grasmat is gewoon maatwerk.”

Gouden kooi

Het stadionveld van KRC Genk is 100% Engels Raaigras. De trainingsvelden zijn ingezaaid met een mengsel van 75% Engels Raaigras en 25% veldbeemd. “Vanwege de gevoeligheid voor schimmels, verticuteren we het veld regelmatig. Dit jaar heb ik de mat daarom drie keer doorgezaaid met zo’n 100 kg graszaad per keer.” Vroeger moesten werkzaamheden vooraf goedgekeurd worden. Tegenwoordig heeft het groundsteam van KRC Genk meer ruimte. “Ik overleg met de trainer of het management en heel soms geef ik ze het advies om een paar dagen niet naar het veld te kijken. Voor leken blijft het onverteerbaar dat een goed-ogende grasmat wordt bewerkt maar wij weten wat we doen. Als ze daarna het verschil voelen, dan begrijpen ze wel dat we weten wat we doen en waarom we het doen.” Gelukkig mag hij daarbij nieuwe technieken en technologieën benutten. Van Endert zegt daarom zelf over z’n situatie: “ik leef in een gouden kooi”.

Geef een reactie