De PPS Grasvelden, Klimaat & Biodiversiteit die in 2019 van start is gegaan, heeft een eerste balans opgemaakt. In de PPS werken de graszaadveredelingsbedrijven Barenbrug, DLF, DSV en Limagrain Advanta samen het Wageningen Universiteit, de branchevereniging BSNC, de Koninklijke Nederlandse Golffederatie en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit samen om te onderzoeken hoe gras een bijdrage kan leveren aan de uitdagingen op het gebied van klimaat (hittestress, wateroverlast en watertekort en koolstof vastlegging) en de teruglopende biodiversiteit.

Omdat het Nederlands landoppervlak voor naar schatting 4,5% (circa 1.515.00 ha) bestaat uit grasvelden, lijken deze ideaal om de uitdagingen op het gebied van klimaat en biodiversiteit hte hoofd te bieden. De PPS bekijkt daarbij sportvelden, golfbanen, recreatieterreinen, parken, gazons, bermen, dijken, taluds en natuurterreinen.

De beoogde resultaten en impact van deze PPS zijn:

  • Verhoogde kennis van relaties tussen het type en de samenstelling van verschillende grasvegetaties om de volgende onderdelen te verhogen/vergroten; droogtetolerantie, waterberging, tolerantie wateroverlast, verkoelend effect, biodiversiteit en koolstofvastlegging.
  • Kennis over de aanpassing van grasveldbeheer (in aanleg, gebruik en onderhoud) waarmee bereikt wordt dat de grasvelden meer klimaatbestendig en biodiverser worden, met behoud van de hoofdfunctie. Inclusief een inzicht in de kosten en baten van een aangepast grasveldbeheer.
  • Kennis over genetische variatie over ras-eigenschappen die bijdragen aan de realisatie van voorgenoemde doelen en verbeterde methoden om op betreffende eigenschappen te selecteren.
  • Verhoogde adoptie van maatregelen en aangepast beheer van grasvelden.

Begin dit jaar heeft de PPS de eerste balans opgemaakt.

Thema ‘Klimaat en water’

Ontwerp en aanleg proefveld Nergena op de WUR campus Het doel van de proef is om meerjarige observaties te kunnen doen aan grasvelden met specifieke
samenstellingen en onder verschillende beheerregimes. Er liggen diverse mengsels van grassoorten die in de praktijk te vinden zijn op sport- en evenementenvelden & op park- en recreatievelden. De afzonderlijke soorten zijn ook gezaaid in monocultuur om de verschillen beter te kunnen verklaren.

Bemonstering wortels op bestaand CGO proefveld Wolfheze
De resultaten van de bemonstering van het cultuur- en gebruikswaardeonderzoek (CGO) op het proefveld in Wolfheze laten een duidelijk verband zien tussen de hoeveelheid gras in de stoppel en de hoeveelheid wortels. De zogenaamde spruit-wortelverhouding was gemiddeld 0.8 op de gazons en 1.5 op de betrede sportvelden. De onderzoekers vonden het overgrote deel van de wortels in de bovenste 5 cm. In de diepere lagen vonden ze, gemiddeld over alle rassen, 8 tot 25% van de wortels; bij Engels raaigras wat meer dan bij veldbeemdgras en bij de gazons wat meer dan bij de sportvelden. Tussen de rassen zagen de onderzoekers geen consistente verschillen.

Enquête onder beheerders grasvelden
Halverwege het jaar is een enquête uitgezet onder greenkeepers en beheerders van grasvelden om inzicht te krijgen in de manier waarop zij omgaan met droogte. De respondenten van de enquête hebben samen ongeveer 250 ha golfbaan en 450 ha sportveld in beheer. Vrijwel iedereen gebruikt een combinatie van criteria voor de besluitvorming over beregening. Bij 15% van de respondenten is beregening de enige maatregel die wordt ingezet bij droogte. Bij de overige 85% worden naast
beregening nog diverse andere aanpassingen gedaan. Bijna 85% van de respondenten verwacht uiteindelijk aanpassingen door te gaan voeren, vooral in de capaciteit en het type beregening.

Thema ‘Klimaat en temperatuur’

Binnen dit werkpakket zijn veldmetingen verricht op zowel proefvelden als in praktijksituaties. Dit heeft geresulteerd in een overzicht van ‘verkoelend effect van verschillende graszoden en grassoorten, in vergelijking met verharde oppervlaktes tijdens warme dagen’. Een opvallend resultaat is dat de oppervlaktetemperatuur van gras, op warme dagen, 10 tot 15 graden lager was dan de oppervlaktetemperatuur van tegels. Waarbij donkergrijze tegels duidelijk warmer waren dan lichtgrijze
tegels. Verschillen tussen grassoorten zijn niet aangetoond, maar de zomer van 2021 was niet heet en droog genoeg om voldoende verdroging en stress te veroorzaken. In vergelijking met gras was met name de oppervlaktetemperatuur, maar ook de luchttemperatuur boven kunstgras hoger.
Er zijn verder scenario’s ontwikkeld voor simulatiestudies & en de inputparameters van het model zijn aangepast naar aanleiding van de meetgegevens. In de simulatiestudie zijn op warme dagen temperaturen van verschillende oppervlakten (uitgedrukt in PET) uitgerekend. De stressbeleving boven kunstgras en bestrating was duidelijk hoger dan boven natuurgras. Meer onderzoek is nodig om exactere getallen te verkrijgen. Samen met het werkpakket Klimaat en water’ is op de WUR campus een proefveld aangelegd waar in 2022 onderzoek op wordt uitgevoerd.

Thema ‘Grasvegetaties en biodiversiteit’

In dit werkpakket zijn interviews uitgevoerd met gemeenten, golfbaanbeheerders en graszaadleveranciers om de drijfveren van deze partijen te onderzoeken voor het nemen van maatregelen ten behoeve van biodiversiteit. Er is een factsheet opgeleverd over de natuurlijke plaagbestrijding op golfbanen. Hierin worden de algemene principes van natuurlijke plaagbestrijding beschreven. De factsheet geeft een eerste inzicht in hoe eigenaren en beheerders van sportvelden & golfterreinen natuurlijke plaagbeheersing kunnen bevorderen bij de inrichting en het beheer van hun terrein.
Verder is het experiment ‘kruiden inzaaien in bestaande grasvegetaties’ gestart met als doel om vijf verschillende bodembewerkingen te onderzoeken op het verschil in kieming en vestiging van zaden. Hiervan is een video gemaakt. Onderzoekers uit dit werkpakket hebben in 2021 ook een lezing gegeven tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte over kennisoverdracht gericht op implementatie kennis in de praktijk. Aan de hand van stellingen is de discussie aangegaan met aanwezigen over hoe grasvelden (waaronder sportvelden, parken en golfbanen) weerbaarder gemaakt kunnen worden. Daarnaast is er een lezing verzorgd op het Nationaal Golf & Groen symposium omtrent grasvegetaties en biodiversiteit.

Geef een reactie