LCA-tool voor duurzaamheid kunstgrasproducten

De kunstgrasindustrie staat op het punt een te LCA-tool lanceren waarmee bedrijven hun milieuprestaties kunnen berekenen en milieuvriendelijkere producten kunnen produceren. De tool moet het officiële instrument voor de markt in Europa worden, maar is ook geschikt voor elders ter wereld.

Industriële sectoren over de hele wereld worden in toenemende mate geacht een filosofie van ecologisch ontwerp en duurzame productie te hanteren om milieuproblemen aan te pakken, hulpbronnen te behouden en het economische concurrentievermogen te vergroten. Omdat er echter een scala aan methoden en initiatieven bestaat om een dergelijke bewering te onderbouwen, heeft de Europese Commissie (EC) in 2013 de Product Environmental Footprint (PEF)-methode omarmt. Deze methode is in 2021 bijgewerkt. PEF is een op de levenscyclusanalyse (LCA) gebaseerde, geharmoniseerde methode om de milieuprestaties van producten en diensten tijdens de levenscyclus te meten en te communiceren. De conceptregels die richtlijnen zullen bieden voor de berekening en rapportage van de milieueffecten van de gehele productlevenscyclus van kunstgrasvelden zijn onlangs door de Europese Commissie voor openbare beoordeling gepubliceerd. Deze regels zijn opgesteld in nauwe samenwerking met de industrie, LCA-specialisten en internationale sportfederaties, waaronder FIFA, UEFA en FIH. Het proces houdt rekening met elke stap: van de winning van grondstoffen tot de productie, het gebruik en het verwerken van een afgeschreven kunstgrastapijt, de stabilisatie- en performance infill en de eventuele shockpad.

De regels zullen van toepassing zijn op zowel kunstgras voor sport als voor landscaping en recreatieve toepassingen. De onderbouw, drainage of ondersteunende infrastructuur waarop een kunstgrassysteem wordt geïnstalleerd, worden niet meegenomen. Dit omdat door heel Europa zeer uiteenlopende bouwmethoden worden gebruikt die de verschillende klimatologische en geotechnische omstandigheden weerspiegelen waarmee rekening moet worden gehouden.

De regels zullen zich richten op de belangrijkste parameters bij het bepalen van de milieuprestaties van de verschillende producten en zullen vergelijkbaarheid tussen PEF-berekeningen mogelijk maken. Voor kunstgras voor sport en kunstgras voor privétuinen of landscapingtoepassingen zijn verschillende regels opgesteld.

Bestrijkt 16 milieueffecten

De PEF bestrijkt 16 milieueffecten, waaronder klimaatverandering, uitputting van hulpbronnen, watervervuiling en luchtvervuiling. Productspecifieke rekenregels, zoals die eind 2023 voor kunstgras zijn gepubliceerd, maken het mogelijk om de milieuprestaties van vergelijkbare producten en componenten te vergelijken.

De toegevoegde waarde van de berekening van de ecologische voetafdruk voor bedrijven is dat het de kosten verlaagt die verband houden met soortgelijke bestaande methoden, terwijl het het beheer van de levenscycluseffecten langs toeleveringsketens ondersteunt. Ook verstrekt het informatie die duidelijk, eenvoudig en vergelijkbaar is, maar ook beter traceerbaar is waardoor deze betrouwbaar is voor consumenten, autoriteiten en investeerders. Alastair Cox, de technisch directeur van de EMEA Synthetic Turf Council (ESTC), is zowel blij met de introductie van een tool voor de kunstgrassector als trots op het feit dat het tot de meest recent ontwikkelde binnen de PEF-context behoort. Het resultaat kan nu als blauwdruk dienen voor gebruik in andere industriële sectoren. “Kunstgras maakt deel uit van de plasticindustrie en de wereld erkent de noodzaak om plastics op een duurzame manier te gebruiken”, zegt hij.

Industriebreed

Overtuigd dat de regels, en als zodanig ook de methode, zullen worden aangenomen, heeft de ESTC inmiddels de volgende stap gezet. Samen met hun consultant PRé Sustainability, werken ze aan een softwaretool die de milieu-impactresultaten berekent in lijn met de PEFCR. “We hebben in de software SimaPro een prototype gebouwd waarmee berekeningen en benchmarks van kunstgrasproducten ten opzichte van representatieve producten mogelijk zijn,” zegt Marina Dumont van PRé Sustainability. Deze representatieve producten zijn vastgesteld met input van een technisch secretariaat dat bestond uit spelers uit de industrie. Tezamen vertegenwoordigde die 80% van de kunstgrasindustrie (zie kader). “De invoerwaarden voor de berekeningen worden ingediend via een een vragenlijst op een vereenvoudigde interface. Relatief gezien is de invoer minimaal om maximale flexibiliteit in het onderliggende LCA-model te bereiken. De ingediende waarden zijn gekoppeld aan parameters in het model. De berekeningen worden op de achtergrond uitgevoerd. Gebruikers kunnen alleen bepaalde vooraf gedefinieerde invoergegevens wijzigen. Dat maakt de tool ook geschikt voor niet-LCA-experts.” Dumonts collega Marisa Vieira vergelijkt het met een kookproces waarbij het de tool het keukengerei is dat je nodig hebt bij het vaststellen van de duurzaamheid van een product. “Je kunt de PEF-regels of -methodologie beschouwen als een recept. De generieke of standaardgegevens die betrekking hebben op activiteiten waarover een bedrijf geen controle heeft, zijn de reguliere ingrediënten die door velen worden gebruikt, terwijl de bedrijfsspecifieke gegevens de unieke ingrediënten zijn voor wat er wordt gedaan. De algemene of standaardgegevens omvatten milieu-informatie over verschillende activiteiten of materialen die al zijn bepaald tijdens andere data-inventarisaties. Elektriciteit en transport per vrachtwagen zijn daar twee voorbeelden van. “De bedrijfsspecifieke gegevens verschillen van product tot product, van bedrijf tot bedrijf en het is aan een individueel bedrijf om deze aan te leveren. Deze gegevens zullen voor elk afzonderlijk product moeten worden verzameld.” Vieira zegt dat het verzamelen van de gegevens vrij eenvoudig en ongecompliceerd is, maar wel tijd vergen.

Belang van onderbouwing neemt toe

De PEF wordt steeds meer een essentieel onderdeel van het proces van het opstellen van EU-beleid. Goede voorbeelden zijn de Taxonomieverordening, die wordt gebruikt voor het definiëren van drempelwaarden voor de CO2-voetafdruk voor duurzame bedrijven; de Verordening inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten, waarbij de PEF een van de referentiemethoden is bij het vaststellen van de eisen inzake ecologisch ontwerp voor producten; en het voorstel voor een Green Claims-richtlijn. Deze zal, naar verwachting, in 2024 worden afgerond. PEF wordt daarbij een van de belangrijkste methoden om claims te onderbouwen. Van claims wordt verwacht dat zij aantonen dat zij significante milieuproblemen zullen aanpakken vanuit een levenscyclusperspectief en dat zij de afwegingen aanpakken die verband houden met de impact.

In het belang van de wereldwijde industrie

Paul Fraser, marketingdirecteur bij Tarkett Sports en vicevoorzitter van de ESTC, is van mening dat het op de PEFCR afgestemde instrument ten goede zal komen aan de hele sector, inclusief die buiten de Europese Unie. “In het verleden hebben organisaties vaak geprobeerd voordeel te halen uit, of gebruik gemaakt van regelingen om claims te maken over de slijtage van grasmatten of de duurzaamheid van vezels. Een set gegevens voor marketingdoeleinden zal echter alleen nuttig zijn als je over een vergelijkende set gegevens beschikt.” Fraser voorziet dat gemeenten in de hele EU gedwongen zullen worden om de minimaal vereiste PEF-waarden in hun aanbestedingen op te nemen en dat niet-naleving ervan zal betekenen dat ze niet meer op projecten kunnen bieden. Colin Young, Global Director Research & Development bij TenCate Grass en voorzitter van de ESTC, wijst op de complexe supply-chain die kenmerken is voor de industrie, inclusief bedrijven die allerlei verschillende producten en diensten leveren. “We hebben veel MKB-bedrijven die niet over de interne teams, de tijd of het budget beschikken om het LCA-proces van goede kwaliteit te valideren en te volgen,” zegt hij. Hij benadrukt een groot voordeel dat PEFCR voor de sector zal opleveren. “We kunnen de huidige en toekomstige impact van de wetgeving toevoegen aan de PEFCR en het gebruiken om ons vroegtijdig te waarschuwen zodat we de tijd hebben om het bij te werken en te veranderen voor een geschiktere toekomst.” Young voorziet dat het in de sector een gelijk speelveld zal creëren.

De categorieregels die de industrie heeft helpen opstellen, worden momenteel beoordeeld door de Europese Commissie. Verwacht wordt dat de PEFCR-methodologie vanaf de tweede helft van 2024 de standaard zal worden voor de kunstgras industrie. Tegen die tijd zal de ESTC ook online een tool hebben die iedereen zal helpen de ecologische voetafdruk van verschillende kunstgrasvelden of producten te vergelijken.

Industriebreed technisch secretariaat

Het opstellen van de Categorieregels voor de Product Environmental Footprint (PEFCR) is het grootste project waar de ESTC ooit aan heeft gewerkt. Het ontving daarvoor aanvullende financiering via het LIFE Fonds van de Europese Commissie. De regels zijn tot stand gekomen met inbreng van FieldTurf/Tarkett, Sport Group (eigenaren van merken als Polytan, Astroturf en Melos), Sport & Leisure Group (onder andere Domo Sports Grass, Limonta Sport, Nam Grass en Fungrass), TenCate Grass Group (waaronder TenCate Grass, Greenfields, TigerTurf, Challenger Turf), aangevuld met MKB-bedrijven als Re-Match en Juta Grass en de Europese voetbalbond UEFA. De resultaten die het Technisch Secretariaat produceerde, werden gecontroleerd in schaduwstudies die werden uitgevoerd door een groep bedrijven waaronder Beaulieu International Group, EuroFields, Schmitz Foam en Trocellen, en werden beoordeeld door een extern panel waartoe ook de FIFA behoorde.

Geef een reactie