De vervuiler gaat betalen

Het Europees Parlement heeft een voorlopig politiek akkoord bereikt met de Raad over het voorstel van de Europese Commissie om de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater te herzien.

Deze herziene richtlijn moet de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu tegen schadelijke lozingen van stedelijk afvalwater substantieel versterken. Het zal ook leiden tot schonere rivieren, meren, grondwater en zeeën in heel Europa.

Volgens het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ zal de nieuwe wet ervoor zorgen dat de kosten voor deze bescherming gedeeltelijk zullen worden gedekt door de verantwoordelijke industrie, in plaats van door de watertarieven of de overheidsbegroting.

Bovendien zal het de afvalwatersector richting energie- en klimaatneutraliteit drijven. Het zal ook het beheer van regenwater verbeteren, wat steeds belangrijker zal worden met het oog op de toenemende hevige regenval als gevolg van de klimaatverandering.

Met de nieuwe maatregelen zullen meer voedingsstoffen uit stedelijk afvalwater worden verwijderd en zullen er nieuwe normen worden toegepast op microverontreinigingen. De richtlijn zal nu op een groter aantal gebieden van toepassing zijn, aangezien zij ook kleinere agglomeraties vanaf 1.000 inwoners zal bestrijken

Vermindering van chemicaliën en verontreinigende stoffen in gereinigd water

De nieuwe richtlijn vereist de verwijdering van meer nutriënten en microverontreinigingen uit stedelijk afvalwater, vooral die afkomstig van giftige farmaceutische producten en cosmetica. Dit zal echter ook gelden voor microplastics afkomstig van (derde generatie) kunstgras en kunstgrasveldeigenaren die giftige stoffen gebruiken om het tapijt schoon te maken of algen te verwijderen.

Het zal een systematische monitoring van microplastics introduceren in de in- en uitlaten van stedelijke afvalwaterzuiveringsinstallaties en in het slib. Aanvullende monitoring van ‘forever chemicaliën’ zoals PFAS zal de bestaande kennis over de verspreiding van deze chemicaliën via stedelijk afvalwater verbeteren.

De nieuwe richtlijn zal voor het eerst op een specifieke manier het beginsel ‘de vervuiler betaalt’ in de watersector ten uitvoer leggen: de meest vervuilende industrieën, de farmaceutische en cosmetische sector, zullen verplicht worden om ten minste [80%] van de kosten voor de verwijdering van microverontreinigingen te betalen (bekend als quaternaire behandeling). Hierdoor zullen de kosten van de nieuwe eisen voor burgers beperkt blijven. Bovendien zullen belangrijke gezondheidsgerelateerde parameters regelmatig worden gemonitord in stedelijk afvalwater, waaronder antimicrobiële resistentie of SARS Covid in geval van een pandemie.

De nieuwe maatregelen houden rekening met de veranderende klimaatomstandigheden en leggen duidelijke verplichtingen op aan de lidstaten om beter om te gaan met hevige regenval. De recente gebeurtenissen in diverse lidstaten, zoals Duitsland, Frankrijk, Nederland en België, hebben aangetoond dat het regenvalregime niet alleen in de zomer maar ook in de winter drastisch verandert, en dat er dringend actie moet worden ondernomen om de aanpassing van de de stedelijke afvalwatersector aan deze nieuwe realiteit. Voor grote steden zullen de lidstaten systematisch geïntegreerde beheersplannen moeten ontwikkelen om met stormwater om te gaan. Voor kleinere steden zullen ze dit moeten doen als stormwater een risico vormt. In deze plannen moeten concrete beheeracties worden uiteengezet, waarbij prioriteit wordt gegeven aan op de natuur gebaseerde oplossingen.

De richtlijn zal bijdragen aan de circulaire economie door de kwaliteit van slib en gezuiverd afvalwater te verbeteren, waardoor meer hergebruik in de landbouw mogelijk wordt en ervoor wordt gezorgd dat waardevolle hulpbronnen niet verloren gaan. Volgende stappen Het Europees Parlement en de Raad zullen de nieuwe richtlijn nu formeel moeten aannemen voordat deze in werking kan treden. Het zal dan twintig dagen na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU in werking treden. De lidstaten zullen dan moeten beginnen te werken aan de implementatie van de vereisten en in 2026 de eerste bijgewerkte nationale implementatieprogramma’s moeten indienen.

Geef een reactie