Hoeveel water is nodig bij het beregenen van een kunstgras hockeyveld voor topwedstrijden?
Deze vraag had meerdere mogelijke antwoorden.
Jarenlang werd een kunstgrashockeyveld voor internationale topcompetities, zowel vóór de wedstrijd als tijdens de rust beregend.
Daarbij werd telkens ongeveer 18.000 liter water gebruikt. Uit angst het oppervlak te vervuilen met algen of ander organisch materiaal, gebruikten clubs in de meeste landen hier alleen drinkwater voor.
Dankzij verbeteringen door de internationale kunstgrasindustrie is dit volume teruggebracht tot 12.000 liter per beregeningsbeurt voor de velden die tijdens de Olympische Spelen van 2016 in Rio werden geïntroduceerd.
In de loop der jaren is dit volume verder verlaagd, vooral na de oproep van FIH in 2018 om te beginnen met de ontwikkeling van een kunstgrasveld op FIH-wereldniveau waarvoor helemaal geen water nodig is.
De velden die voor de Olympische Spelen van 2020 in Tokio werden gebruikt, hadden slechts 6.000 liter water per beregeningsbeurt nodig. Hoewel dit een aanzienlijke reductie is die in slechts acht jaar tijd is gerealiseerd, bleef FIH onvermurwbaar dat toekomstige velden helemaal geen water nodig zouden moeten hebben.
Ze hebben ook geaccepteerd dat er wellicht een meer holistische aanpak nodig is om kunstgras ‘kwaliteit’ en ‘prestatie’ te bereiken zonder water te gebruiken, door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van hockeysticks of hockeyballen te accepteren.
Toch werd in juni 2023 het eerste droge hockeygrasveld in Nederland geopend. Het heeft voorlopig de ‘innovatiestatus’ gekregen, in afwachting van testen en monitoring door FIH en de Nederlandse hockeybond KNHB. Het concept wijkt radicaal af van de tot nu toe geproduceerde kunstgrasmatten, zoals in onderstaande videoclip wordt uitgelegd.