Eenmaal geïnstalleerd is het lastig om de gebruikte shockpad nog te identificeren. En over de mogelijkheid voor identificatie van het toegepaste zand of infill zullen we maar helemaal zwijgen. Wie niet goed oplet bij de selectie, kan op een later moment daarvoor een onaangename rekening gepresenteerd krijgen.

Voordat een kunstgrassysteem in de praktijk getest mag worden, dient het eerst door de verplichtte laboratoriumtests te komen. Daarbij worden voor elk systeem alle specs vastgelegd. Als het kunstgrassysteem ook door de praktijktesten komt en dus op de Sportproductenlijst wordt opgenomen, dan moeten alle toekomstige installaties overeenkomen met de specs die het lab destijds heeft vastgelegd.  Maar de praktijk lijkt weerbarstiger. “Wij horen van installaties waar onze shockpad in de offerte was opgenomen maar waarbij het veld uiteindelijk is afgewerkt met een ander, onbekend product,” zo klaagde een leverancier zich eerder dit jaar. De onbekende producten zouden met name uit Turkije of China komen en aanzienlijk goedkoper zijn dan de producten waarmee het kunstgrassysteem destijds voor de labtest was aangeboden. “De samenstelling ervan en de kwaliteit van deze producten zijn echter niet getoetst. Het is dus mogelijk dat zo’n shockpad stoffen gaat uitlogen of dat deze veel sneller haar elastisch vermogen verliest dan de koper, op basis van ons product, was voorgehouden.” In dat geval wordt de club of gemeente opgezadeld met een veld dat onveilig is en dat, waarschijnlijk, nog voor het einde van de beoogde afschrijvingsperiode, vervangen moet worden omdat het niet meer door de veldkeuringen komt.

Eigen identiteit

Waar andere shockpads herkenbaar waren vanwege, bijvoorbeeld, hun kleur of vorm, geldt dat niet voor alle producten. Om problemen te voorkomen, heeft de Programmaraad nu verplicht dat het testinstituut bij de eindcontrole van het veld optisch vaststelt welke shockpad is gebruikt. Van die shockpad wordt dan een foto gemaakt die aan de declaratie voor het betreffende veld wordt toegevoegd zodat het voor iedereen en altijd duidelijk is.

Ook zand en infill

Die vaststelling en vastlegging is voor de testinstituten een kleine stap die zij dan ook niet beschouwen als een probleem. Maar volgens Yannick Peij van testinstituut Sports Labs speelt er steeds vaker een vergelijkbaar probleem, zei het wat onschuldiger, waarbij juist de koper of adviseur een meer proactieve rol zouden moeten spelen om problemen te voorkomen. “We hebben al een paar keer een veld moesten afkeuren omdat bleek dat het toegepaste zand of TPE-infill niet overeenkwam met de specs van het laboratorium.” Peij wijt dat vooral aan de toepassing van gerecycled zand of infill in de betreffende projecten. “De toepassing van gerecyclede materialen is een ontwikkeling die we natuurlijk toejuichen. Maar blijkbaar wordt er vergeten dat die stoffen er al een cyclus op hebben zitten en anders of zijn geworden of zich anders gedragen, dan het nieuwe zand of infill dat in het systeem zat dat aan het laboratorium werd aangeboden voor de labtest. Het gevolg is dat de combinatie kunstgrasmat en zand of kunstgrasmat en infill die is geïnstalleerd, niet overeenkomt met wat de specs voorschrijven. Dan rest ons niets anders dan het veld af te keuren.” Zijn voorstel is daarom om

  Om verder te kunnen lezen:
Of login als u al abonnee bent
 

Geef een reactie