Sportvelden kunnen helpen het waterprobleem te beheren

De ongeveer 415 km2 aan sportvelden in ons land lenen zich uitstekend om Nederland klimaatadaptief te maken. Zeker als het gaat om de opvang en tijdelijke berging van water voor hergebruik later in het jaar.

De ongeveer 415 km2 aan sportvelden in ons land lenen zich uitstekend om Nederland klimaatadaptief te maken. Zeker als het gaat om de opvang en tijdelijke berging van water voor hergebruik later in het jaar.

Alleen al aan voetbalvelden kent Nederland ruim 7.000 natuurgras- en 2.300 kunstgrasvelden terwijl de teller voor kunstgras hockeyvelden op ruim 800 staat. Historisch gezien zijn die zo opgebouwd zodat hemelwater zo snel mogelijk afgevoerd wordt richting het oppervlaktewater. Nu we echter steeds vaker te maken hebben met korte periodes van hevige neerslag en langdurige perioden van droogte is de boodschap dat water moet worden opgevangen en, bij voorkeur, ter plekke worden opgeslagen. Dat ontlast onze infrastructuur en staat ons toe dat water op een later moment alsnog nuttig toe te passen. Het belang daarvan mag niet worden onderschat, zo waarschuwde onderzoeker Ruud Bartholomeus van Wageningen Universiteit eind vorig jaar in een BSNC-seminar. “Als na een periode van droogte opeens veel regen valt wil dat niet direct betekenen dat het gebrek aan bodemvocht voorbij is of dat de lage grondwaterstand meteen wordt aangevuld. Er is altijd een vertragend effect. In 2018 hadden we drie droge periodes maar qua grondwaterstand is er dat jaar sprake geweest van één voortdurende periode van droogte.”

“Wanneer alle kunstgrashockeyvelden in Nederland water zouden opvangen en zouden opslaan, dan zou het om een bergingscapaciteit van ruim 2 miljoen kuub water gaan”

Wim Glaap, Newae

Het verstorend effect daarvan op de waterbalans was enorm. Gebruikte boeren in 2017 nog 20 miljoen kuub grondwater voor de beregening van hun gewassen, in 2018 schoot dat omhoog naar 150 miljoen kuub. Kortom: water wordt, letterlijk en figuurlijk, steeds schaarser op de momenten waarop het telt en dus kostbaarder.

Opslag voor eigen gebruik

Sportvelden, ook veel kunstgrasvelden, kunnen per definitie niet zonder water. In hun onderzoek ‘Duurzaam watergebruik op sportvelden’ hebben studenten van de Hogeschool HAS het waterverbruik op sportvelden daarom in kaart gebracht. Hun conclusie was dat voetbal en hockey tezamen jaarlijks 2.550.000m3 water verbruiken. Bij voetbal zou het gaan om 96% grondwater, 3% oppervlaktewater en 1% leidingwater. Hockey, daarentegen, gebruikt maar 40% grondwater, 28% oppervlaktewater en maar liefst 32% leidingwater. Volgens Wim Glaap van Newae moet dat anders. “Wanneer alle kunstgrashockeyvelden in Nederland water zouden opvangen en zouden opslaan, dan zou het om een bergingscapaciteit van ruim 2 miljoen kuub water gaan,” zo rekent hij voor. Dat is dus vrijwel de hele huidige waterbehoefte van voetbal- en hockeyvelden tezamen. “Zo hebben we bij de Leidse hockeyclub Roomburg kunstgras hockeyvelden op kratjes in een waterdichte bak gebouwd. De 1.200m3 die per veld wordt opgeslagen is voldoende om de drie kunstgraswatervelden het hele jaar door te beregenen.” De hele investering kostte zo’n 250.000 euro extra maar maakt de club in principe wel geheel wateronafhankelijk. Daarnaast bespaart het de club fors op de rekening voor leidingwater omdat één beregeningsbeurt van een kunstgras hockeyveld al snel 5m3 water vraagt. Afgezet tegen een leveringstarief van EUR 2,60 per kuub scheelt dat de club bijna EUR 25 per wedstrijd. En dat vele malen op één dag.

Voor elke sport

Het opvangen en bergen van water kan onder elk kunstgrasveld worden gedaan. De sportbonden hebben daarbij wel de eis dat het gehele speloppervlak uit dezelfde opbouw bestaat. “Met behulp van een krattensysteem kun je 1500m3 water tijdelijk onder een veld opslaan. Met een laag lava of grauwacke split ligt dat dan weer 750m3,” zo licht Glaap de keuze toe om bij Roomburg voor een krattensysteem te gaan. Grauwacke kent een porositeit van 30 tot 40% en komt, net als lava, uit steengroeves in Duitsland. Kratten zijn verkrijgbaar in hoogtes van minimaal 40mm en kan oplopen tot 400mm. Ook in Schijndel heeft Newae ze daarom toegepast om onder een kunstgras voetbalveld een beregingsbuffer voor de grasvelden te maken. “Daar kunnen we tijdelijk voldoende water in opslaan zodat we de vijf natuurgrasvelden het hele jaar door voldoende vochtig kunnen houden,” zo licht hij toe. Volgens Jan Coppens van Smits Veldhoven heeft een natuurgras voetbalveld in het seizoen een waterbehoefte van 200m3 per week. “De vraag is daarom vooral voor hoeveel velden je water wilt bufferen en voor hoe lang,” zegt de beregeningsexpert. Coppens pleit vooral een zelfstandig vrij liggende waterbuffer in de vorm van een afgedekt bassin of silo.  “Al het drainwater uit de velden kan dan het jaar rond opgevangen worden om de buffer op peil te houden. Deze manier van water bufferen is goedkoper dan onder een veld bufferen en de buffercapaciteit is niet afhankelijk van het veld of velden.“ Voorwaarde is dan wel dat het sportpark voldoende ruimte heeft om een dergelijke buffer te realiseren.

Afkoppelen van de omgeving

Thijs Averes van Gras Advies merkt op dat de oplossing om water wel onder het veld te bufferen, erg plaatsgebonden is. “In Lelystad hebben we met een grove gradatie lavagesteente een zogenaamd Waberveld gemaakt. In dit geval was dat een 25 centimeter dikke laag 16-32 lava.” Lava was vanuit de zorgplicht noodzakelijk omdat het kunstgras voetbalveld is ingestrooid met SBR-granulaat. “De lava bindt de metalen die mogelijk uit dat granulaat logen.”

Dankzij de Waber-oplossing wordt ruim 1.200m3 water tijdelijk opgeslagen. Volgens Averes kostte de investering zo’n 100.000 euro extra vergeleken met een traditionele constructie. “Die extra investering zal echter zeker helpen om elders geld te besparen. Denk bijvoorbeeld alleen al aan de kosten voor de aanleg of onderhoud van een riool of het ontlasten van hemelwater in binnenstedelijke gebieden,” zo merkt hij op. Zo heeft Gras Advies in Haarlem hetzelfde concept gebruikt om overtollig water uit een nabijgelegen wijk op te vangen. Zodra deze vol zit voort het het overtollig water via een overstort naar het oppervlaktewater af. Keerzijde daarvan is wel dat de waterkwaliteit zorgvuldig bekeken dient te worden omdat het water vervuild kan raken door viezigheid van, bijvoorbeeld, de straat. “Onze ervaring is dat in dat geval de eerste paar kuub al snel vuil water is vanwege oliën die auto’s lekken op straat,” zo merkt Wim Glaap op.

“Die extra investering zal echter zeker helpen om elders geld te besparen. Denk bijvoorbeeld alleen al aan de kosten voor de aanleg of onderhoud van een riool of het ontlasten van hemelwater in binnenstedelijke gebieden”

Thijs Averes, Gras Advies

Ook water afvangen van daken is mogelijk maar ook dit vraagt om extra aandacht. “Vanwege de mogelijke aanwezigheid van bacteriën uit, bijvoorbeeld, vogelpoep zit hier dus wel een hygiëneaspect aan.” Oplossingen om water van alle deze ongewenste stoffen te zuiveren zijn volop verkrijgbaar. Deze zullen echter in een apart artikel worden behandeld.

Water in de onderlaag

Een consortium van de gemeente Rotterdam, KWR Water en FieldFactors grijpen het nieuwe stadionveld van Sparta Rotterdam juist aan om water op te vangen en dat, na filtering door een helofytenfilter, in een zoetwaterbel in de onderlaag op te slaan. Vanaf komend seizoen speelt Sparta weer op gras. Zowel Newae als ASC Sports & Water volgen de ontwikkelingen in Rotterdam met grote belangstelling. “Het is een concept dat door tuinders in het Westland al veelvuldig wordt toegepast,” zo weet Robbin van Arkel namens ASC Sports & Water. Al het hemelwater dat op en rondom het stadion(veld) valt wordt het hele jaar door geleidt naar een helofytenfilter waar het wordt gezuiverd voordat het wordt afgevoerd naar de zoetwaterbel in de onderlaag. In Rotterdam ligt die natuurlijke ruimte op 10 tot 25 meter onder het oppervlak. “Een dergelijke opslag is veel groter en kan dus de complete droogteperiode overbruggen. Ook vult het de grondwatertekorten aan en verbetert het de grondwaterkwaliteit waardoor de waterkringloop wordt hersteld,” zo motiveert Van Arkel z’n belangstelling. Een bijkomend voordeel van deze oplossing is dat de bestaande grond niet geroerd hoeft te worden waardoor het aantal vrachtwagenbewegingen tot het absoluut minimum beperkt blijft. Collega Piet Kranendonk meent dan ook dat men de kosten voor een dergelijk systeem dus ook anders moet benaderen. “Een veelgemaakte fout is het idee dat de onderbouw voor een kunstgrasveld tenminste 30 jaar mee moet gaan. Dat maakt zo’n onderbouw te rigide en onnodig duur.” Kranendonk en Van Arkel verwachten dat de oplossing waar Rotterdam nu gebruik van maakt, door vrijwel heel Nederland kan worden toegepast. “Uitgerekend zandgronden, dé ondergrond in Noord-Brabant waar dit jaar extreem vroeg een beregeningsverbod van kracht werd, lenen zich uitstekend voor deze toepassing,” zo stellen de twee in koor.

Om diepte-infiltratie een kans te geven moet wel het beleid en de regelgeving worden aangepast. “Op dit moment huppelt deze nog achter de innovatie aan,” stelt Kranendonk tot zijn grote frustratie. Volgens hem zijn voor het project in Rotterdam niet minder dan zes wetten ter discussie gesteld. “Wat dat betreft kijken we uit naar de nieuwe omgevingswet die later dit jaar van kracht wordt. Die kan mogelijk gunstig zijn voor diepte-infiltratie maar overheden moeten dan wel vroegtijdig in gesprek gaan over de implementatie ervan. Dit is belangrijk zodat het bij het opstellen van de omgevingsvisie en regelgeving, wordt meegenomen,” stelt Van Arkel.

Kunstgras als (tijdelijke) waterberging

Nu het kwaliteitszorgsysteem (KZS) op de schop gaat, liggen er nieuwe kansen voor onder meer kunstgrassystemen die helpen de omgeving klimaatadaptief te maken. “De huidige opbouw van een kunstgras constructie met een drainagesysteem biedt, mede door toepasbare isolerende shockpads, reeds veel mogelijkheden om creatief met een onderbouw om te gaan,” zo stipt Piet Kranendonk aan. Het standaardconcept van een 50cm diepe onderbouw wordt straks definitief losgelaten. Ingenieurs en techneuten krijgen zo meer ruimte om die onderbouw klant-specifiek te maken. Volgens het Compendium voor de Leefomgeving (CLO), het overheidsorgaan dat de cijfers levert over de milieukwaliteit, de veranderingen in de natuur en de ruimtelijke ontwikkeling in ons land, is de gemiddelde neerslag de afgelopen 110 jaar met 26% toegenomen. Van 692mm in 1910 naar 873mm in 2019. Op de gemiddeld 8.000m2 van een voetbalveld valt jaarlijks dus zo’n 7.000m3 water. Wim Glaap wijst erop dat zo’n 43% daarvan vanwege de bodemwarmte onmiddellijk verdampt. Daarnaast verdwijnt een deel van dat water door natuurlijke infiltratie. Dat is met name op de zandgronden het geval. Om die reden is water tijdelijk opvangen onder sportvelden een complex verhaal. Dat neemt echter niet weg dat de techniek en ideeën al lang bestaan en dat deze zich vaak ook al bewezen hebben. Technisch gezien kan het inzetten van sportvelden om water (tijdelijk) op te vangen voor gebruik later, zeker worden gedaan. Wat nodig is, is een club of gemeente die bereid is vooruit te kijken of te denken op een meer dan gemiddelde schaal. Dit soort voorzieningen dient namelijk niet alleen de sport maar ook het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) en de duurzaamheid van de gemeente en ons land. Naast de afdeling Sport ligt daar dus ook een kans voor de gemeentelijke afdeling Riolering maar ook voor de Waterschappen en de provincie en zelfs de overheid op nationale schaal.

Geef een reactie