Het kabinet wil voortaan water en bodem sturend laten zijn bij beslissingen over de inrichting van ons land. Die keuze zal niet onopgemerkt voorbijgaan aan sportvelden.
Volgens minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat is de keuze noodzakelijk.
“Eeuwenlang hebben we met eigen handen ons land gemaakt tot wat het is, bijvoorbeeld door dijken te bouwen en sloten te graven. Maar we lopen nu steeds meer tegen de grenzen aan, vanwege het intensieve gebruik en de klimaatverandering. Door meer rekening te houden met ons water, kunnen we ook in de toekomst blijven wonen en werken in Nederland. Daarom maken we nu deze keuzes.”
“Onze bodem is letterlijk de basis onder alles wat we doen. Het is het fundament voor onze huizen, de bron van ons drinkwater en onze voeding en de plek waaruit elektriciteit en warmte onze huizen binnenkomen”
Vivanne Heijnen, Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Staatssecretaris Heijnen: “Onze bodem is letterlijk de basis onder alles wat we doen. Het is het fundament voor onze huizen, de bron van ons drinkwater en onze voeding en de plek waaruit elektriciteit en warmte onze huizen binnenkomen. Elk stukje van de bodem is in gebruik, daarom vind ik het ook een goede zaak om er zuinig mee om te gaan. Deze keuzes zijn daarvoor een belangrijke stap.”
Gebiedsgerichte aanpak
Het kabinet wil bij de inrichting van Nederland meer rekening houden met water en bodem. Daarom zijn er diverse structurerende keuzes gemaakt. Veel van deze keuzes zijn randvoorwaarden waarmee provincies samen met alle betrokken partijen een gebiedsgerichte aanpak kunnen opstellen. Dit is maatwerk, want er zijn grote verschillen tussen de gebieden.
Verschillende maatregelen
In aansluiting op de keuze wil de minister dat er meer zoetwatervoorraden moeten komen die onze ‘nationele regenton’, het IJsselmeer en het Markermeer, moeten ondersteunen. Ook zal er voortaan niet meer gebouwd gaan worden op plaatsen die we later nodig hebben voor het bergen en afvoeren van water. Voorbeelden daarvan zijn de diepste delen van diepe polders en in de uiterwaarden van rivieren.
Verder komen er afspraken om de bodem minder te bedekken om zo een gezondere bodem, betere omgang met hitte en minder wateroverlast te bereiken. Daarnaast zal op verschillende plekken het grondwaterpeil omhoog worden gebracht. Per gebied wordt met alle betrokkenen gekeken in welk tempo welk doel kan worden bereikt.
Tenslotte wil het kabinet ook dat we zuiniger omgaan met water. Het streven is dat bedrijven en inwoners 20% minder drinkwater gaan gebruiken. Daarnaast wil het dat het water van goede kwaliteit blijft.
Invloed op sportvelden
Zowel gras- als kunstgras sportvelden zullen de gevolgen van de beslissingen gaan merken. Zo is de kans groot dat er in warmte tijden nog minder water onttrokken mag worden aan de bodem om sportvelden te beregenen. Daarnaast zal een hoger grondwaterpeil ook betekenen dat de bodem (op een sportpark) nog beter gereguleerd moet gaan worden.
De oude bekende Watertoets zal bij kunstgrasvelden nog nadrukkelijker om de hoek komen kijken.
De keuze kan er ook toe leiden dat bepaalde plekken voortaan uitgesloten worden om nog langer sportvelden aan te leggen.