Succes Dry turf vereist andere mindset
Het besluit van de Internationale Hockey Bond (FIH) om de introductie van Dry turf op topniveau voorlopig uit te stellen zegt niet zozeer iets over de kwaliteit van de huidige innovaties maar meer over de omslag die ontwikkelde hockeylanden zullen moeten maken.
Het besluit van de FIH, vrij kort na haar eerste officiële test in Oman, om het WK 2026 in België en Nederland straks toch af te werken op een kunstgras waterveld, leidde begin dit jaar her en der tot gefronste wenkbrauwen. Voorstanders van het besluit wezen op het ongewoon hoge aantal én op de ernst van de blessures waarmee verschillende deelnemers aan het WK Hockey5s, Oman vroegtijdig moest verlaten. De FIH relativeerde haar besluit door te wijzen op de noodzaak voor de WK-organisatie om nog dit jaar bepaalde keuzes te maken. “Het veld in het nieuwe nationaal hockeystadion van België wordt dit jaar gebouwd. In het oorspronkelijk budget en ontwerp was geen beregeningsinstallatie opgenomen. Door nu een besluit te nemen heeft de organisatie voldoende tijd om het budget en ontwerp aan te passen om straks toch een goed veld te hebben,” zo motiveerde de FIH. Toch is Jan Willem Boon van Polytan, de huisleverancier van de FIH, allesbehalve uit het veld geslagen. “We voldoen al ruimschoots aan de Innovatienorm die de FIH voor Dry turf heeft opgesteld. De Olympische Spelen in Parijs worden straks gespeeld op een Dry turf-veld dat als zodanig getest is. Het enige verschil is dat de organisatie vooraf wist dat het is toegestaan om de velden te besproeien en dat ze van die mogelijkheid gebruik zullen maken omdat de spelers daar nog vanuit gaan. Ze nu nog onvoldoende tijd gehad om bekend te raken met een volledig droog kunstgras hockeyveld.” Volgens hem wordt het concept wel steeds beter ontvangen. Met name in die landen waarvoor de FIH een verbeterslag voor ogen had. “In Afrika is men lyrisch over het veld,” zo merkt hij op terwijl hij verwijst naar het eerste, goedgekeurde Dry turfveld in Zuid-Afrika. Inmiddels is zo’n veld ook in het Franse Lille, in Duitsland, Engeland en op een dorre plek in Namibië gebouwd. Ook deze zouden goed zijn ontvangen. “Als je weet op welke ondergrond ze voorheen speelde, dan begrijp je dat dit voor hen een hele vooruitgang is. Zowel qua ondergrond als exploitatie. Om toch het moderne hockey te kunnen spelen zijn ze nu niet langer afhankelijk van het schaarse water. Dat scheelt ook in de aanlegkosten van het veld.” Juist dit soort besparingen zijn het uitgangspunt van de FIH-gedachte achter Dry turf.
Verandering van mindset noodzakelijk
Volgens Boon is juist het gemak waarmee we vooral in Europa en Noord-Amerika toegang hebben tot schoon water, de belemmerende factor. “Voor ons is water zo goedkoop en gemakkelijk beschikbaar dat we het gebruik ervan voor het beregenen van sportvelden, niet als verkwisting beschouwen.” Matthijs Verhoef van CSC Sport/Greenfields, sluit zich daarbij aan. “Hockeyers in India, Spanje, Australië, Duitsland en Frankrijk spelen inmiddels al op ons Dry turfveld. Als we hen om hun voorkeur vragen, dan zeggen ze allemaal: een nat veld. Maar daarna komt onze Pure EP nog voor hun keuze voor een waterveld in droge omstandigheden of, laat staan, een zandingestrooid kunstgrasveld.” Zowel Verhoef als Boon storen zich aan de negatieve houding in veel Westerse landen. “We focussen ons teveel op de negatieve kant,” stelt Verhoef. Jan Willem Boon voegt toe: “Vooral in Nederland heb je heel erg een ‘Ja maar’ houding en wil iedereen ergens over kunnen meepraten.” Beiden menen dat het slechts een kwestie van tijd en gewenning is voordat Dry turf alom wordt omarmt, ook in Westerse landen. “Spelers omschrijven het veld in eerste instantie als vervelend of lastig. Maar na drie of vier maanden zijn ze eraan gewend en is het een geaccepteerd systeem waar ze perfect op kunnen spelen,” stelt Verhoef. De reden daarvoor ligt voor de hand, zegt Chantal Mies. “Op deze mat kun je andere technieken toepassen die je niet kunt op zandingestrooide velden,” zegt het hoofd accommodatiezaken van hockeybond KNHB. Het faciliteren van het 3D hockey dat het moderne hockey karakteriseert, was juist één van de parameters waarvoor de FIH de eisen voor Dry turf heeft aangepast. “Het is heel belangrijk dat dit soort verschillen benoemd worden als een club overweegt om te investeren in zo’n veld.” Volgens haar kan ook de keuze voor het juiste schoeisel een verschil maken. “Ik juich het toe als spelers hun schoeisel afstemmen op het veld. Vroeger had je één soort schoen voor alle velden maar dat is door de jaren heen verandert. Hetzelfde geldt nu voor Dry turf: ook deze veldsoort vraagt om een eigen schoen.”
Nieuwe concepten
Om verder te kunnen lezen:Of login als u al abonnee bent |