Nu het najaar is ingeslagen kan de balans voor dit jaar worden opgemaakt. Vast staat dat de huidige planning voor aanleg en renovatie van kunstgras sportvelden, niet langer werkbaar is. ‘Er moet wat veranderen,’ zo benadrukken alle betrokkenen. De oproep ditmaal wel ter harte te nemen is al een goede start.

Jaarlijks wordt er in ons land zo’n 2 miljoen vierkante meter kunstgras sportvelden aangepakt. Vaak in de zomermaanden om zo de overlast voor de clubs zo beperkt mogelijk te houden. Maar dat gaat steeds lastiger. “Het is haast onmogelijk om een goede werkvoorbereider te vinden. Die bestaan eigenlijk niet meer. Iedereen zoekt die speld in een hooiberg en dan wil je het liefst ook nog iemand met ervaring,” zegt Bas Reinds van Domo Sports Grass. “We zien dat de jeugd andere richtingen kiest dan de civiele en cultuurtechnische opleidingen waardoor de vijver heel dun wordt. Wij zijn nog opgegroeid met werkweken van meer dan 40 uur maar inmiddels is een 4-daagse werkweek in veel sectoren de standaard geworden. Onze hoop is nu gevestigd op uitvoerders die uit het kabel- en leidingwerk komen. Het is te hopen dat ze het werk begrijpen maar ook leuk vinden. Het wordt tijd dat we met elkaar beseffen dat de mensen die nog in onze sector werkzaam zijn, dat die heel hard nodig zijn om alles nog draaiende te houden. We moeten dus zuinig op hen zijn.” Dat denkt ook Gosewin Bos van Antea Sport. “Er bestaat geen opleiding voor ons werkveld in de sport. Mensen die het werk nu doen, die doen dat al jaren. Die weten dat ze tijdens de zomer veel uren draaien en dat ze rond de winterperiode meer vrij hebben. Maar de jongere mensen kijken hier anders tegenaan. Die willen ’s zomers ook met hun gezin op vakantie.” Ook Bos heeft de ervaring dat de jongere generatie medewerkers liever vier dan vijf dagen werkt, laat staan in de zomervakantie. “Personeel is steeds minder bereid om lange, zware dagen te maken,” beaamt ook Ron de Vlieger van Henitech. Het zijn zijn teams die de kunstgrasmat plaatsen. Rutger Schuijffel van CSC Sport sluit zich bij hen aan. “De logica is compleet zoek. Wat mij betreft moeten we renovaties alleen nog uitvoeren tijdens het voor- of najaar. Dat is het leeuwendeel van al het werk.” Schuijffel besteedt de twaalf weken tijdens de zomer liever aan de nieuw te bouwen velden. “Het wordt tijd dat we dat met z’n allen afspreken, ook met de adviseurs en de ambtenaren, inclusief de inkopers bij de gemeenten. Die hebben steeds meer de regie in dat hele traject.” De oproep om renovaties van kunstgras voortaan in het voor- of najaar te plannen wordt nu sector breed gedragen.

Veiligheid van personeel

Ron de Vlieger stelt openlijk dat hij zich zorgen begint te maken om de grotere kans op fouten. “Als je weet dat je vandaag eigenlijk op een ander project bezig had moeten zijn, dan voel je de druk bij je werk en word je afgeleid.” Joris Bevaart van sportveldenbouwer Finovi waarschuwt dat zaken drastisch moeten gaan veranderen. “Het is slechts een kwestie van tijd voordat hetzelfde gaat gebeuren als dat Rijkswaterstaat eerder dit jaar overkwam bij het onderhoud aan de snelweg A12. Daar hebben de wegenbouwers gesteld dat de veiligheid en productiviteit van hun personeel zwaarder wegen dan de mogelijke hinder voor de weggebruikers.” Bevaart was voorheen werkzaam in de wegenbouw. Volgens hem vergeten de gemeenten nu hun maatschappelijke rol. “De gemeenten moeten juist rust scheppen in de maatschappij. Nu haken teveel jonge mensen in onze sector af omdat de werkdruk te hoog en te wispelturig is.” Als voorbeeld haalt hij een anekdote aan. “Wij hebben ooit een project gehad waar we flink onder druk werden gezet door de klant. Maar toen hun projectleider een akkoord moest geven op een paar cruciale aanpassingen, bleek dat deze drie weken met vakantie was gegaan. Zoiets kan ik niet uitleggen aan mijn personeel.”

Eerder plannen

Allen menen dat clubs en gemeenten langer vooruit moeten kijken, eerder moeten beginnen met plannen en accepteren dat een project ook op een ander moment gedaan kan worden. “Dat clubs met weinig velden verlangen dat het werk in de zomerstop wordt gedaan, dan snap ik helemaal. Maar wij zijn ook regelmatig bij clubs met veel velden waar het makkelijk anders kan,” zo merkt Ed Korstanje van J en E Sports op. Joris Bevaart ziet dat met name clubs en gemeenten die incidenteel een veld aanpakken, onbekend zijn met de situatie. “Je ziet dat de grote steden het al aardig in de vingers hebben. Die werken met een meerjarig onderhoudsplan en plannen dit werk veel eerder. De kleinere gemeenten en clubs staan er helemaal niet bij stil dat wij in de zomerperiode een enorme piekbelasting ervaren.” Hij noemt de gemeente Amsterdam als voorbeeld. “Die weten al lang wanneer een veld moet worden aangepakt.” In hun eigen belang pakt Amsterdam ook maar een beperkt aantal velden per jaar aan. “Maar zij zeggen ook duidelijk tegen een club dat het veld tijdens het seizoen, er eventjes uit gaat en bieden ze dan een tijdelijk alternatief op een andere accommodatie.” Dat zouden er meer moeten doen, meent Rutger Schuijffel. “Een renovatie van een kunstgras voetbalveld kan in twee weken worden gedaan. Dat is één competitieweekend waarin wedstrijden moeten worden verzet. Dan mag je toch verwachten dat iedereen even meewerkt?” Daarbij doelt hij ook op de club. “Die zou zich dan alleen bezig moeten houden met de vraag of het complex veilig is en of de overige velden bereikbaar zijn. Voor al het andere zouden die even een pas op de plaats moeten maken.”

Verandering in houding

Volgens Ron de Vlieger zit het probleem ‘m vooral aan de voorkant. “De opdrachtgever en bestekschrijver laten zich teveel door de club leiden om het nieuwe veld toch in de zomerstop te leggen.” Ergens valt dat wel te begrijpen, zeker in kleinere gemeenten waar iedereen elkaar kent en een voorzitter sneller een wethouder of ambtenaar kan aanspreken. Ed Korstanje deelt die mening, maar plaatst ook twee kanttekeningen. “Gemeenten moeten veel eerder beginnen met aanbesteden. Nu doen ze dat in het voorjaar waardoor wij pas in juli of augustus van start kunnen gaan terwijl de competitie al in mei is gestopt. Dat steekt want mei en juni hebben vaak prachtig weer om aan de slag te gaan,” zegt de man met 36 jaar ervaring. “Het andere is dat de aannemers minder gretig moeten zijn. Die schrijven overal op in en vaak erg scherp qua prijs. Dan moeten ze ook niet opkijken wanneer de opdrachten voor het goedkoopste gaat en de projecten ineens allemaal op hun mat vallen.” Het is iets dat vooral speelt bij de verticaal geïntegreerde sportveldenbouwers die vooral volume moeten maken. Maar het speelt eigenlijk overal. Gosewin Bos beaamt dat. “Door het jaar heen concurreren we elkaar kapot omdat we niks willen missen.” Hij stelt dat Antea Sport dit jaar meerdere malen een project heeft afgebeld. “Dat was heel lastig maar als je goed uitlegt aan de klant dat wij op dat moment niet de capaciteit hebben om ermee aan de slag te gaan, dan begrijpen ze dat.” Ook Finovi heeft die ervaring. “Ik heb nog nooit zoveel projecten afgehouden als dit jaar,” zegt Joris Bevaart. “Uiteindelijk willen we een project goed opleveren en niet terug te hoeven keren omdat onder de tijdsdruk ergens iets niet goed is gegaan. Wanneer dat wel gebeurt, dan raakt dat iedereen,” zo verklaart Ron de Vlieger deze aanpak.

Externe invloeden

De kunstgrassector doet de oproep omdat ze steeds vaker speelbal worden van externe factoren. Het fenomeen laagwaterstand tijdens warme, droge zomers waardoor schepen geen zand of lava naar een project kunnen brengen, is een oude bekende. Maar stilletjes aan zijn er gevallen. “Als je begint met afgraven en je krijgt plotseling een bui zoals we dit jaar een paar keer hebben gehad, dan moet je zomaar een paar dagen wachten totdat de locatie weer droog genoeg is,” geeft Gosewin Bos als voorbeeld waarom de sector tijdens de zomerperiode meer ruimte probeert te maken. “Dit jaar heb ik voor het eerst meegemaakt dat ook de leveranciers van de shockpad en zand, vertraging hadden,” vult Ed Korstanje aan. “En de keuze voor het gebruik van gerecycled stabilisatiezand is voor ons ook een lastige. Dat is altijd vochtig en vergt dus meer tijd om tussen de kunstgrasvezels te zakken. Ook dat vergt tijd,” voegt hij eraan toe. Het zijn zomaar wat voorbeelden van factoren waar niemand echt grip op heeft. 

Qua techniek en materiaal zijn er de afgelopen jaren al grote stappen gemaakt. “Met koud weer is een kunstgrasmat minder handelbaar vanwege de stijfheid maar zodra het droog is en de temperatuur stijgt boven de vijf graden, dan kun je al gaan lijmen,” is de ervaring van Wijnand Hendriks van Henko A&T. Hendriks weet alles van lijmen en installatie- en onderhoudsmateriaal. “De ideale temperatuur is 20 graden Celsius. Dat betekent dat je ’s zomers alleen vroeg in de ochtend echt kunt lijmen want overdag kan de temperatuur oplopen tot boven de 60 graden. Dat is te warm voor de lijm maar ook voor het personeel.” Wat anderen als een mooie, zomerse dag beschouwen, hoeft dus niet per definitie een mooie dag te zijn voor een kunstgrasinstallatie. “Daarnaast heb je ook tijd nodig om de naden aan te lopen en te walsen met een goede drukrol.” Los van het feit dat de installatie tijd vergt, adviseert hij ook om marge te houden voor als iets mis gaat. “Ik roep al langer dat tapijtfabrikanten de installateurs beter moeten adviseren over welke lijm het beste werkt.

  Om verder te kunnen lezen:
Of login als u al abonnee bent
 

Geef een reactie