Tussen 2013 en 2022 tilde Erwin Beltman met zijn team de grasmat van stadion De Kuip naar een hoger niveau. Tegenwoordig werkt hij als consultant. Op Sportvelden.info deelt hij z’n ervaringen om goede grasmatten te bereiken. Vandaag bespreekt hij robotmaaiers.
Als beheerder van het stadionveld van stadion De Kuip en de trainingsaccommodatie van Feijenoord was ik nooit een groot voorstander van robotmaaiers. Je moet zien en weten hoe de conditie van het veld is zodat je beter weet welke stappen je moet ondernemen om die mat verder te verbeteren. Dat kan door het veld regelmatig te inspecteren. Het veld maaien biedt een prima gelegenheid om dat te doen. Een goede en gezonde grasmat vergt zorgvuldige aandacht, zeker wanneer je spreekt over een stadionveld waar ook nationale teams op spelen. Dan werk je niet ‘per strekkende meter’ maar juist per vierkante centimeter.
Dat principe hanteer ik nog steeds. Mede daarom mag SJC in Noordwijk steeds vaker nationale teams verwelkomen. Voor het nationale dameselftal van Engeland is de hoge kwaliteit van die grasmat zelfs de reden dat ze komende zomer zich daar komen voorbereiden voor hun volgende Europese campagne. Maar ik begrijp ook heel goed dat het een luxepositie is die veel clubs, gemeenten of golfbanen zich helemaal niet kunnen veroorloven in een tijd waarin personeel schaars is. Vandaar dat de uitnodiging voor de Husqvarna Turf Day, eind april, mij een mooie kans bood om me eens nader in de materie te verdiepen.
Meerdere keuzes
Als veldbeheerder streven we naar een robuuste grasmat met een goede grasbezetting. Dat is beter voor het spel en verkleint de kans dat ziekten of plagen een kans krijgen om zich te zetten. Om zo’n mat te realiseren dient het gras regelmatig gemaaid te worden. Daarbij dient slechts het topje van het gras te worden gekortwiekt. Hier is het gras het malst en het minst kwetsbaar voor beschadiging van, bijvoorbeeld, onvoldoende scherpe messen. Het zijn namelijk juist die beschadigingen die ziekten of plagen een kans geven zich te vestigen. Afhankelijk van de weersomstandigheden en de gekozen bemesting, kan dat betekenen dat een grasmat twee tot drie keer per week gemaaid moet worden.
De huidige generatie robotmaaiers kunnen tot 50.000m2 maaien. Welke robot het meeste geschikt is voor de betreffende locatie hangt sterk af van de frequentie waarmee je het gras gemaaid wilt hebben, de tijd die de maaier heeft om een veld te maaien, de dichtheid van de grasmat en de maaihoogte waarop je de maaier wilt instellen.
Duurzamer
Robotmaaiers zelf, en het werken ermee, vereist aandacht. Zo is het belangrijk dat een veld vrij is van obstakels zodat de maaier ongestoord z’n gang kan gaan. De maaiers zijn voorzien van sensoren die botsingen moeten voorkomen of die de maaier onmiddellijk uitzetten wanneer deze wordt opgetild. Maar iets kleins als een golfbal of het net van een verplaatsbaar doel, wordt niet altijd waargenomen. Ik zo’n geval rijd de maaier eroverheen en kan het verstrikt raken waardoor het hulp nodig heeft om eruit te komen. Desalniettemin vertelde Husqvarna dat de Total cost of ownership van ’n robotmaaier zo’n 30% goedkoper is. Met name vanwege de lagere personeelskosten doordat er niet langer een medewerker continue achter de maaimachine hoeft te lopen.
Andere besparingen die werden geroemd waren het kleine beetje geluid dat het produceert, de verminderde noodzaak voor onderhoud (anders dan het regelmatig vervangen van de mesjes) en de lage CO2-voetafdruk. Wie twee voetbalvelden 20 jaar lang 30 weken per jaar met één van de Husqvarna maaiers maait, zal een CO2-voetafdruk van 297kg per seizoen hebben. Wie daarvoor een op diesel aangedreven frontmaaier inzet, zou uitkomen op 1770 kg CO2 per seizoen.
Grotere flexibiliteit
Wat me vooral opviel is hoe flexibel robotmaaiers zijn geworden. De eerste modellen reden kriskras over een veld maar de huidige generatie kan ook in patronen maaien. In het geval van Husqvarna zelfs vier verschillende patronen. Daarmee kan een club z’n veld(en) een eigen identiteit geven.
De robots kunnen door middel van een app op een smartphone of tablet van op afstand worden aangestuurd. Die app helpt bij het monitoren van de vooruitgang maar kan, bijvoorbeeld, ook benut worden voor het instellen van de maaihoogte. In theorie hoeft een maairobotbeheerder dus helemaal niet op een sportcomplex te zijn. Ik zeg ‘in theorie’ omdat ik van mening blijf dat de praktijk anders is. Niet alleen zal de kwaliteit van het gras gemonitord moeten worden: ook moet een beeld hebben van de lokale ontwikkelingen. Zo is het gebruik van maairobots in bepaalde Belgische gemeenten verboden of aan tijdsperiodes gebonden. Dit ter bescherming van kleine zoogdieren die zich (’s nachts) over de sportvelden bewegen. Apps zullen daar (nog) niet op inspelen.
Spannende toekomst
De presentaties werden afgesloten met een blik in de toekomst. Hoewel de spreker de Husqvarnakaarten toch wat tegen de borst hield, maakte hij wel duidelijk dat het in de toekomst vooral om installatiegemak, probleemloos gebruik, nieuwe kansen en data-gedreven grasbeheer gaat. In het geval van dat laatste, voorziet hij dat de maaiers meer met belijningsrobots, automatische beregening, bodemsensoren, grasgroeilampen en externe databases gaan communiceren en samenwerken. Ook zullen de robots middels Artificial Intelligence nog slimmer gaan worden en zichzelf continue verbeteren. Maar in plaats van dat de robots met robots van allerlei andere bouwers en leveranciers zullen gaan samenwerken, voorziet Husqvarna juist een toekomst waarbij het de verschillende activiteiten middels één toolcarrier kan uitvoeren.
In hoeverre dat de realiteit gaat worden, blijft koffiedik kijken. Duidelijk werd wel dat we aan de vooravond van een revolutie qua grasbeheer staan.
Snelle ontwikkelingen
Husqvarna is zeker niet de enige die robotmaaiers voor sportvelden of golfbanen aanbiedt. Ook Belrobotics en Kress bewegen zich nadrukkelijk op die markten. Elk heeft z’n eigen unieke kenmerken en voordelen. Wat de Husqvarna Turf Day me vooral duidelijk heeft gemaakt is dat de ontwikkelingen erg snel gaan. Sinds hun eerste robotmaaier uit 1995 heeft Husqvarna er inmiddels 4 miljoen geïnstalleerd. Dat is inclusief maaiers voor particulieren. Opmerkelijker is dat zij inmiddels hun vierde generatie aanbieden. Daaruit blijkt eens temeer hoe snel de techniek verbetert en door evolueert. Reden temeer om die ontwikkelingen nadrukkelijk te blijven volgen en te overwegen. Hoewel ik van mening blijf dat een goede grasmat mensenwerk blijft, kunnen robots veel repeterend en weinig-eisend werk uit handen nemen. Zeker wanneer het grote oppervlakken betreft. Wie die vrijgekomen tijd nuttig besteedt, zal dus alleen maar profiteren.