PFAS-verbod wordt werkelijkheid

Nederland heeft, samen met een aantal andere landen, een voorstel ingediend dat het gebruik van PFAS moet gaan verbieden. Het voorstel is onderdeel van het grootste stoffenverbod dat ooit in Europa is ingediend.

Kunstgrasproductie

Nederland heeft, samen met een aantal andere landen, een voorstel ingediend dat het gebruik van PFAS moet gaan verbieden. Het voorstel is onderdeel van het grootste stoffenverbod dat ooit in Europa is ingediend.

Het beoogde verbod omslaat zowel het gebruik als de productie van Per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS). Die groep omvat zo’n 10.000 verschillende stoffen. De gemene deler onder die stoffen is dat ze een product ’n hoogwaardige afwerking bieden. Denk daarbij aan een anti-aanbaklaag voor pannen of de waterdichtheid van kleding.

PFAS worden onder andere ook gebruikt in het productieproces van kunstgras. De stof voorkomt dat de warme plasticvezels tijdens het productieproces aan de machines blijven kleven.

Stoffen die als ’n PFAS worden aangemerkt, breken niet of nauwelijks af. Eenmaal in de bodem, wordt de aanwezigheid als vervuiling aangemerkt. Ook zijn sommige PFAS schadelijk voor de gezondheid. Daarom besloten Nederland, Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden in 2019 een plan uit te werken dat verder gebruik van de stoffen moest gaan verbieden.

Bekend proces

Nu het restrictievoorstel is ingediend start op 7 februari de openbare raadpleging. Tijdens dat proces kan iedereen aanvullende, danwel, weerleggende informatie aanleveren. Die aanvullende kennis moet het Europees Chemisch Agentschap (ECHA) in staat stellen het voorstel verder uit te werken waarna de twee organen van ECHA hun advies zullen geven. Dat advies zou de Europese Commissie in staat moeten stellen om het voorstel te ratificeren ofwel reden moeten geven om het voorstel nader uit te werken.

De verwachting is dat het voorstel medio 2024 aan de Europese Commissie zal worden voorgelegd. Voordat een verbod daadwerkelijk in werking treedt moet het eerst worden geaccepteerd door de Wereld Handelsorganisatie (WTO). Die procedure vergt doorgaans een extra zes maanden nadat de Europese Commissie haar besluit heeft genomen.

Geef een reactie