Non-filled ontwikkelingen nader bekeken

Het kunstgrasconcept ‘non-filled’ gaat steeds nadrukkelijker een eigen leven leiden. Dat maakt het zowel voor argeloze investeerders als nadrukkelijke volgers van deze ontwikkelingen het lastiger om het kaf van het koren te scheiden. Sportvelden.info zit bovenop de ontwikkelingen en zet alle kennis die het het afgelopen jaar (wereldwijd) heeft opgedaan, weer eens op een rij.

non-filled kunstgras

Het kunstgrasconcept ‘non-filled’ gaat steeds nadrukkelijker een eigen leven leiden. Dat maakt het zowel voor argeloze investeerders als nadrukkelijke volgers van deze ontwikkelingen het lastiger om het kaf van het koren te scheiden. Sportvelden.info zit bovenop de ontwikkelingen en zet alle kennis die het het afgelopen jaar (wereldwijd) heeft opgedaan, weer eens op een rij.

De non-filled kunstgrasontwikkelingen vloeien enerzijds voort uit de verwachting dat de Europese Commissie (EC) de verkoop van polymere infills zoals SBR, TPE of EPDM op termijn gaat verbieden. Dat besluit wordt door de EC, vooralsnog, echter voor zich uit geschoven vanwege de complexiteit van haar ambities en het gelobby van onder andere de kunstgrasindustrie en bonden. Wel onderschrijft de EC de Millennium Doelstellingen van de Verenigde Naties. Daardoor is het sowieso onontkoombaar dat het huidige kunstgrasconcept vanaf 2030 definitief op de schop moet worden genomen.

Anderzijds wil de markt juist een kunstgrasmat die géén onderhoud vergt. Het regelmatig revitaliseren van de laag performance infill, ongeacht of het hier nu de bovengenoemde polymere of natuurlijk infills zoals kurk, maïs, kokos of houtsnippers betreft, lijkt bij veel gemeenten onwenselijk zwaar op de financiële begroting of personele belasting te drukken.

Die zogenaamde push- en pull-werking kent echter wat bijwerkingen. De belangrijkste daarvan is de vraag aan welke norm men moet voldoen en hoe dat getest moet gaan worden. Dit eerste van tenminste twee artikel bekijkt de ontwikkelingen qua systeem. De ontwikkelingen qua onderzoek en testen zullen we in een apart artikel bespreken.

Nieuwe systemen

Hoewel de KNVB haar eigen koers vaart, zijn de ontwikkelingen bij FIFA met name voor de kunstgrasfabrikanten een belangrijke graadmeter. Daar bestaat een Non-filled adviesgroep met vertegenwoordigers van kunstgrasfabrikanten, testinstituten en bonden. Voor het daaraan gelieerde Innovatieprogramma, dat beoogt de omarming van non-filled systemen te verantwoorden en een speciaal testprotocol voor dit soort systemen uit te werken, werkt FIFA samen met het Chinese Vivaturf. De non-filled mat met gekrulde vezel op een zeer elastische shockpad die zij inmiddels hebben voorgesteld, kan FIFA nog niet bekoren. De ins en outs hierover, leest u hier maar kortgezegd komt het er op neer dat de rotatieweerstand, frictie en slijtage verbetering verdienen. Overigens hanteert FIFA daarbij een nieuwe methode voor het vaststellen van de rotatieweerstand dan op dit moment in haar documentatie wordt beschreven en zoals die door de KNVB is overgenomen. Die nieuwe methode wordt in het komende FIFA Handboek met testmethodes opgenomen. FIFA verwacht die begin 2024 te publiceren maar de ins en outs van deze methode zult u al dit najaar op Sportvelden.info lezen.

Dezelfde problemen

De problemen die FIFA bij het Vivaturf-systeem heeft geïdentificeerd zijn niet uniek. Eigenlijk spelen die bij alle zogenaamde non-filled kunstgrassystemen die momenteel worden aangeboden. Om die reden kiezen veel aanbieders ervoor om de mat toch met een laagje zand in te vullen. Strikt genomen maakt het dat niet langer een non-filled kunstgrassysteem waardoor ze het bijvoorbeeld ‘4G’, ‘sand-dressed kunstgras voor voetbal’ of ‘non-filled met minerale infill’ noemen. Kopers van kunstgrasvelden voor voetbal of schrijvers van aanbestedingen voor non-filled kunstgrasvelden moeten zich dus bewust zijn van hoe ze de uitvraag formuleren. Zowel de KNVB als NOC*NSF/de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) die samen het Kwaliteitszorgsysteem bewaken, zijn stellig in hun mening. “Non-filled kunstgras is kunstgras zonder enige infill.” Maar ze stellen ook dat ze een vraag om die scope op te rekken om eventueel systemen met minerale infill onder die naam op te nemen, nog niet ontvangen hebben waardoor het bij hen niet speelt. Zo’n verzoek mag iedereen indienen.

Wel of niet goedgekeurde systemen

De zoektocht naar een alternatief voor kunstgras voor voetbal zonder polymere infill zou vanaf komende zomer drie opties moeten gaan bieden: een derde-generatiemat met natuurlijke performance infill, een mat met alleen minerale infill of een mat zonder enige toevoeging, een non-filledmat in de letterlijke zin van het woord. Voorwaarde is wel dat deze systemen in de Sportproductenlijst zijn opgenomen. Die bevat momenteel een ruime selectie van de eerste groep en een viertal opties met minerale infill. Een product zonder enige infill wordt momenteel getoetst in een KNVB-pilot. Mocht deze door die test heen komen, dan zal ook dit product aan de Sportproductenlijst worden toegevoegd. Uit informatie-oogpunt gaan wij voor dit artikel er vanuit dat dat zal gebeuren.

Variaties in poolgewicht

Terug naar de verschillende visies. Vrijwel alle aanbieders van ‘non-filledsystemen’ zijn van mening dat alleen een relatief open mat met minerale infill de juiste spelperformance en comfort aan de speler bieden. Het zand zou stabiliteit, grip, veerkracht en duurzaamheid bieden. Het is een concept waar onze Oosterburen bij zweren. De verschillende aanbieders zijn met oplossingen gekomen waarbij de poolhoogte varieert van 30 tot 45mm en waarbij verschillende vezels, vezelvormen en vezelcombinaties gebruikt worden. Alle aanbieders slaan je met Dtex-en, Lisport-XL cycli en ‘aantal steken’ om de oren. Voor die het nog kan volgen: 13.200/6 Dtex en 8.000/4 Dtex lijken ‘de norm’, maar wat, feitelijk, telt is de performance die ze bieden en het aantal jaren dat de aanbieders deze performance durven te garanderen. Die vraag wordt door vrijwel alle aanbieders met ’10 jaar’ beantwoordt. Vrijwel geen een heeft voldoende ervaring om deze claim op basis van praktijkervaringen te ondersteunen.

Verschil in opbouw

Zo’n mat bevat tot zo’n 40% minder kunstgrasvezels vergeleken met een nonfilled-mat die de definitie volgt. Deze matten bevatten anderhalf tot 2,5 kg/m2 aan kunstgrasvezels terwijl de backing (met coating) bij zowel de strikte non-filled als matten met minerale infill nog eens anderhalf a 2,5 kg/m2 weegt. Het veld wordt ingestrooid met 10 tot 15 kg zand per vierkante meter. Een uitschieter op deze ‘norm’ zijn matten met 3 of 4,5 kg/m2 kunstgras die worden aangeboden en die ook nog eens met 13 of 24 kg/m2 zand worden ingevuld.

Matten zonder enige infill wegen weer tussen de 3,5 en 4,5 kg per vierkante meter. Deze moeten daarom geklemd worden om te voorkomen dat ze gaan verschuiven, onder invloed van de zon gaan opbollen of, als gevolg van slidings, gaan plooien.

Alle aangeboden systemen worden aangelegd op een shockpad van tenminste 20mm dik en die een hoge elasticiteit kent.

Lagere onderhoudsvraag

Alle aanbieders van ‘non-filled’ velden wijzen erop dat het beregenen van de mat wenselijk is. Ook dat zult u dus moeten begroten. Daarnaast melden zij het volgende over het onderhoud: velden met minerale infill vereisen periodiek onderhoud om het zand los en luchtig te houden en gelijkmatig te verspreiden. Ook dient eventuele vervuiling zoals bladeren, glas, sigarettenpeuken of ander afval van de mat verwijdert te worden. Dit om te voorkomen dat de vorming van algen of mos een kans krijgen waardoor de mat kan verdichten en de afvoer van regenwater belemmerd wordt. Dit alles vergt maandelijks aandacht terwijl het veld elke drie jaar nauwkeurig geïnspecteerd dient te worden. Daar waar nodig dient de zandlaag aangevuld te worden.

Het gebruik van een sleepmat wordt sterk afgeraden. Gezien de afwezigheid van performance infill is dit eigenlijk ook overbodig. Daarnaast zou het gebruik ervan ook onnodig vezelslijtage in de hand kunnen werken. Daarmee zou de non-filled in plaats van een oplossing van het microplasticvervuilingsprobleem (vanwege het ontbreken van de polymere infill) juist het microplasticvervuilingsprobleem (door hogere vezelslijtage) in de hand werken. Dit is iets dat de Europese Commissie inmiddels sowieso op haar radar heeft. Mede daarom heeft één van de internationale testinstituten vorig jaar meerdere kunstgrassystemen 6.000 cycli door de Lisport XL gehaald. Dat is vergelijkbaar met anderhalf jaar gebruik in real-time. De test werd uitgevoerd op matten met zowel performance als minerale infill, matten met alleen minerale infill en matten zonder enige infill. Eén van hun conclusies was dat ‘moderne vezels aanzienlijk minder slijtage vertonen dan oude vezels’. Het monster dat het slechtste door de test kwam kende een verlies van 2,3%. Daarvan was 1% vezel en 1,3% zogenaamde fluff. Onduidelijk is echter wat voor soort systeem het hier betrof.

Wat kost non-filled?

De grote vraag voor de kopers is natuurlijk: ‘wat kost een non-filled kunstgrasmat’? Daarover heeft Sportvelden.info het afgelopen jaar het volgende mogen noteren: Een non-filledmat zonder enige infill kost volgens de aanbieder die zweert bij zo’n systeem, EUR 36,50/m2. Volgens hen kost een mat met kurk-infill EUR 27/m2 terwijl een mat met minerale infill EUR 26/m2 kost. Dat lijkt te stroken met de claims van aanbieders van ‘non-filled’ met minerale infill dat hun systeem tussen de 40 tot 100.000 euro goedkoper is. Bij deze prijs komt de prijs voor de shockpad nog bovenop. Om u een idee te geven: die ligt tussen de 6 en 7 euro de vierkante meter voor de shockpad die momenteel door de verschillende aanbieders van non-filledvelden het meeste gekozen wordt.

Daar staat tegenover dat de kosten voor het onderhoud voor beide opties enorm verschillen. Zo zou het onderhoud van een absolute non-filled mat slechts EUR0,25/m2 kosten terwijl het onderhoud van een mineraalgevulde mat EUR 1,15/m2 zou kosten. Ter vergelijking: de onderhoudskosten voor een mat met kurk-infill worden geschat op EUR1,60/m2. Op basis van deze gegevens zou de TCO voor een mat met kurk-infill op EUR 22,29/m2, een mineraalgevulde mat op EUR 19,17/m2 en een non-filledmat op EUR 18,66/m2 uitkomen.

LCA voor non-filled

Aanbieders van een mat met minerale infill roemen de betere recyclebaarheid en de lagere CO2-footprint van hun systeem. Die vloeit vooral voort uit de ongeveer 40% minder vezels die het heeft vergeleken met een non-filled mat zonder enige infill. Ook wijzen zij erop dat meer kunstgrasvezels betekent dat er meer olie wordt gebruikt voor de productie van die vezels, meer coating voor de verankering van die vezels, meer energie vraagt om (de coating) te drogen en dat zo’n mat een intensiever vezelproductieproces en tuftproces vergt. De CO2-footprint voor enig kunstgrassysteem laat zich echter lastig berekenen. Over de methode daarvoor bestaat namelijk nog geen consensus. Op Europees niveau werkt de EMEA Synthetic Turf Council (ESTC) samen met de Europese Commissie om de regels hiervoor op te stellen. De resultaten daarvan moeten eind dit jaar bekend worden. Dichter bij huis de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland opdracht gegeven om de LCA van kunstgras sportvelden op te stellen.

Volgens de KNVB hebben de spelers zich, vooralsnog, onvoldoende positief uitgesproken om een (bepaald) non-filledsysteem al volledig te omarmen. Vandaar dat de bond nog niet toestaat dat zo’n veld voor competitiewedstrijden van senioren gebruikt wordt. Inmiddels is de bond gestart met een eigen onderzoek om de performance van non-filledvelden in kaart te brengen. Meer over dit, en andere onderzoeken naar non-filledvelden, kunt u binnenkort op Sportvelden.info lezen.

 

 

Opmerking van de redactie

Gezien de hooggespannen verwachtingen omtrent non-filledvelden hebben vrijwel alle spelers in de kunstgrasindustrie hun verhalen klaar. Om de lezer zo goed en breed mogelijk te informeren in plaats van te verzanden in een combinatie van marketingverhalen, is er bewust voor gekozen om in dit artikel geen bedrijfs- of productnamen te vermelden. 

 

 

Nog even dit!

Vond u dit artikel informatief? Meld u dan hier aan en vraag een ‘Grensverlegger’ abonnement aan. Daarmee krijgt u ook toegang tot veel van de studies en rapporten die aan de basis van onze artikelen lagen. 

De kleine financiele vergoeding die wij daarvoor verlangen is voor ons in vele opzichten belangrijk om door te gaan.

Geef een reactie