Nieuwste klimaatscenario’s schreeuwen om ITM

In haar nieuwste klimaatscenario’s stelt het KNMI dat het in alle seizoenen warmer wordt en dat we meer tropische dagen en minder vorstdagen zullen krijgen. De winter wordt natter, de zomer wordt droger en er ontstaan zwaardere buien. Grasveldbeheer zal daar dus op moeten worden ingericht.
In de nieuwe KNMI’23-klimaatscenario’s laat het KNMI zien dat het voor de verdere klimaatverandering sterk uitmaakt hoeveel broeikasgassen we nog gaan uitstoten. Hoe hoger de uitstoot, hoe sterker de opwarming en hoe extremer het weer. Bovendien neemt met elke ton uitstoot de kans op onvoorspelbare gevolgen toe.
40 graden
Hittegolven komen in de toekomst vaker voor, worden nog heter en houden langer aan. In de scenario’s met een hoge uitstoot komt 40°C aan het eind van de eeuw bijna elk jaar voor. Een temperatuur die sinds het begin van de metingen nog maar één keer eerder is voorgekomen. Ook in de scenario’s met lage uitstoot heeft Nederland steeds vaker te maken met tropische hitte, maar komen de meest extreme temperaturen minder vaak voor dan bij hogere uitstootscenario’s.
Droge zomers en zwaardere buien
In de zomer gaat het in de toekomst minder regenen en verliezen we meer vocht door verdamping. Daardoor komen langdurige of extreme droogtes vaker voor. Ook in het lage scenario zien we een toename van droogte, al is de verandering aanzienlijk kleiner. Maar het wordt niet allen droger: ook zware buien worden intenser. Dat maakt het lastiger om met deze stijgende risico’s om te gaan: we moeten voorbereid zijn op zowel meer regen in korte tijd, als langere periodes van hitte en droogte.
Grote gevolgen
Wat de gevolgen kunnen zijn, spiegelden de grasspecialisten van DLF bezoekers van de Pols Golftour onlangs voor. Sinds het begin van de metingen in 1910 is het neerslagvolume met 26% toegenomen. De toename is in het westen en noorden van het land het grootst. Daar is deze met 30 tot 35% gestegen. In het oosten en zuidoosten van het land is de toename kleiner, met 10 tot 25%.
De toename in neerslag is vooral te zien in de winter. In de zomer is de toename ook merkbaar, maar minder groot. Het aantal dagen met neerslag is niet of nauwelijks toegenomen. De neerslag is dus vooral heviger geworden, bijvoorbeeld tijdens zomerse hoosbuien.
Langer warm
DLF toonde ook een slide waarop de temperatuurstijging was geplot. Daaruit werd duidelijk dat het eerder in het jaar al warm wordt. Temperaturen van boven de 10 graden zijn in februari straks niet langer ongewoon.
Dat betekent dat sportveldbeheerders eerder kunnen beginnen met doorzaaien, waarschijnlijk vaker zullen moeten beluchten en er op moeten toezien dat de bodem ‘open’ blijft om zo de neerslag af te voeren. Tegelijkertijd staan ze voor de uitdagingen om ondanks het neerslag tekort, toch een goede graszetting te behouden. ‘Bruin is het nieuwe groen’ is een kreet die al gebezigd wordt. Hoewel de graszaadveredelaars stug doorgaan met het ontwikkelen van nieuwe rassen die beter bestand zijn tegen dit soort extremen, is het zeer aannemelijk dat ‘bruin is het nieuwe groen’ daadwerkelijk de nieuwe norm wordt. Althans: dat is al de situatie in de landen waar het voorspelde temperatuurs- en neerslagpatroon de norm is.
ITM Noodzakelijk
Ondanks alle technische ontwikkelingen en vooruitgangen qua producten, zal ook het sportgrasbeheer moeten veranderen. Onderhoudsmedewerkers zullen nog beduchter moeten zijn op de gevolgen van de veranderingen maar verenigingen en gemeenten zullen ook bedachtzamer moeten omspringen met hun gras. De tijd dat alles kon op de grasmat en dat deze vanzelf zou herstellen, is nu stilletjesaan voorbij. Want niemand is bereid concessies te doen aan de kwaliteit. Clubs zullen velden dus de tijd moeten geven om te herstellen en het gebruik van het veld beter moeten spreiden. De zogenaamde geintegreerd sportgrasbeheer aanpak kan daarbij helpen.