Nederland en Belgie proeftuin voor dry turf

Met de beslissing dat Nederland en Belgie het WK Hockey 2026 voor zowel de mannen als vrouwen mogen organiseren, bevestigt de Internationale Hockey Federatie (FIH) definitief dat de lage landen hun proeftuin voor het hockeykunstgras voor de toekomst zullen zijn.

WK hockey 2026

Met de beslissing dat Nederland en Belgie het WK Hockey 2026 voor zowel de mannen als vrouwen mogen organiseren, bevestigt de Internationale Hockey Federatie (FIH) definitief dat de lage landen hun proeftuin voor het hockeykunstgras voor de toekomst zullen zijn.

Het WK zal het eerste grote hockeyevenement zijn dat op kunstgras wordt gespeeld dat geen water vergt om toch de juiste spelcondities te bieden. De FIH sprak haar wens voor een ondergrond die niet afhankelijk is voor een schaars goed als water, al in 2018 uit.

In dit artikel leggen we uit welk onderzoek ten grondslag ligt aan kunstgras dat geen water vergt en welke problemen kunstgrasbedrijven in Belgie en Nederland vrezen te moeten overkomen.

Veelvuldig testen

Voordat de ondergrond definitief kan worden goedgekeurd, wil de FIH het eerst veelvuldig testen. Afgelopen zomer deed het dat al tijdens het eerste Hockey5s evenement dat in het Zwitserse Lausanne plaatsvond. Hockey5s velden zijn echter aanmerkelijk kleiner dan velden voor 11-tegen-11.

Een volgende test staat gepland wanneer de ondergrond zal worden gebruikt voor het WK Hockey5s. Dat wordt in januari 2024 in Oman afgewerkt.

De volgende stap is de Jeugd Olympische Spelen in Senegal, begin 2026. Maar voor het grote werk zal het dus tijdens het WK Hockey voor Dames en Heren in Nederland en Belgie worden getest.

Mocht de ondergrond hier haar goedkeuring krijgen, dan kan het definitief voor de Olympische Spelen in Los Angeles in 2028 worden uitgerold.

Waarom de focus op water?

Zogenaamde water hockeyvelden verbruiken ontzettend veel water om de optimale speelcondities te kunnen garanderen. In 2018 was dat 18.000 liter per regenbeurt. Tegenwoordig ligt dat rond de 6.000 liter. Bij wedstrijden op het hoogste niveau wordt een veld vaak tweemaal per wedstrijd beregend.

Omdat water in grote delen van de wereld nauwelijks of niet toegankelijk is, vond de FIH het ongewenst om iets dat een eerste levensbehoefte is, zo massaal in te zetten voor vertier. Die afhankelijkheid van water is moreel onwenselijk maar is ook in veel landen een struikelblok die de sport er van weerhoud te groeien.

Door de kunstgrasindustrie uit te dagen een kunstgrasmat te ontwikkelen die geen water vergt, hoopt de FIH dat ook landen waar de toegang tot water een probleem is, de sport zullen gaan omarmen.

Geef een reactie