Hoe verschillende grassen reageren op vocht in de grond

Onderzoekers van Wageningen Universiteit en Research hebben vastgesteld hoe verschillend grassen anders reageren op de aan- of afwezigheid van vocht in de bodem.

Onderzoekers van Wageningen Universiteit en Research hebben vastgesteld hoe verschillend grassen anders reageren op de aan- of afwezigheid van vocht in de bodem.

De onderzoekers onderzochten de verschillen in wortels van verschillende grassen van proefpercelen waar het bodemvochtgehalte in de zomer van 2022 consequent op meer dan 15% tot meer dan 30% werd gehouden. De resultaten werden vergeleken met graswortels van percelen die afhankelijk waren geweest van natuurlijke regenval. Hier lag het bodemvochtpercentage in dezelfde periode grofweg tussen de 5% en 15%.

In de geïrrigeerde percelen bleven de wortels van deze grassen eerder in de 0-5 cm toplaag dan in de 5-10 cm en 10-20 cm diepte.

In het niet-geïrrigeerde deel wortelt wenkgras echter vooral in de diepste laag van 10-20 cm. Er werd een verschil vastgesteld van ruim 7% ten opzichte van zwenkgraswortels in het geïrrigeerde perceel. De biomassa in de tussenlaag van 5-10 cm voor het niet-geïrrigeerde perceel bleef vrijwel gelijk (1% verschil), terwijl in de toplaag significant minder wortelbiomassa werd aangetroffen. Men kan dus stellen dat zwenkgras tijdens droogte investeert in de diepste categorie wortels ten koste van de wortelmassa net onder het maaiveld.

Tetraploïde raaigras in het niet-geïrrigeerde perceel investeerde ook in wortels op diepte. Hier werden het meest wortels van 5-10 cm gemeten. Voor de percelen waar het bodemvochtpercentage constant werd gehouden, was de relatieve wortelbiomassaverdeling tussen tetraploïd raaigras en rietzwenkgras gelijk.

De monsters zijn genomen op percelen die worden gebruikt voor een meerjarig onderzoek naar gras en de interactie met het klimaat en de biodiversiteit. Voor dit onderzoek worden acht verschillende monoculturen en vier grasmengsels onderzocht.

Het onderzoek is begin dit jaar uitgevoerd. Monsters werden verdeeld in vier secties: de stoppels, 0-5 cm onder het oppervlak, 5-10 cm onder het oppervlak en 10-20 cm onder het oppervlak. Vervolgens zijn de monsters ontdaan van zand en ruim 48 uur gedroogd in een oven bij 70 graden Celsius. Ten slotte werden alle monsters gewogen met een precisieweegschaal.

Geef een reactie