“Het warme gevoel vanuit SC Cambuur en SG Groen helpt mij beter presteren”
Met een tweede plek in de tussenstand van de VVCS-veldencompetitie was SC Cambuur afgelopen winterstop een verrassende nieuwkomer in de top van lijst met KKD-velden. Groundsman Luuk van den Breemer is zeker trots op die prestatie maar heeft zich inmiddels ook een Friese nuchterheid aangemeten.
Van den Breemer is met zijn 29 jaar één van de jongste groundsmannen in zowel de Ere- als Keuken Kampioen Divisie. Afgelopen zomer werd hij aangesteld om het hybrideveld in het nieuwe De Kooi Stadion onder zijn hoede te nemen. Na jaren een plek in de onderste regionen van de VVCS-veldencompetitie vanwege het kunstgras stadionveld, schoot SC Cambuur bij de tussenbalans van afgelopen winter, naar een tweede plek. “Natuurlijk ben ik daar blij mee, maar ik ben me er ook van bewust van de unieke situatie,” zegt hij daar nu bescheiden over. “Het is een nieuw veld en wordt alleen gebruikt voor wedstrijden van de selectie. Bij heel veel stadions in Nederland is dat anders. Maar het voelt wel lekker om in de buurt te staan van lijstaanvoerder ADO Den Haag die het al jarenlang goed doen.” Bescheiden of niet, Van den Breemer weet wat er van hem wordt verwacht en deinst daar niet voor terug. “De club heeft duidelijk de ambitie uitgesproken om terug te keren in de Eredivisie en investeert daar ook naar. Ook ik heb de taak om dat te helpen faciliteren.” Vooralsnog is alleen het stadionveld dat voor Van den Breemer telt. De trainingsvelden worden onderhouden door het sportbedrijf van de gemeente Leeuwarden.
Maatoplossing
Van den Breemer in dienst van de SG Groen Groep maar werkt fulltime aan het stadionveld. “SG Groen is eerst met meerdere groundsmannen uit het Betaald Voetbal gaan praten over wat het vergt om, en hoe zo’n klus moet worden aangepakt. Daarna zijn ze gaan kijken wie die taak zou kunnen invullen.” Van den Breemer prijst zich gelukkig met die aanpak. “Een van de dingen die hen op het hart is gedrukt, is het budget dat dit minimaal vereist, en de werkzaamheden die zo’n klus vergt. Daardoor verkeer ik nu in de gelukkige situatie dat ik veel ruimte krijg om mijn werk goed te doen.”
Dat de SG Groen Groep en SC Cambuur bij Van den Breemer uitkwamen, is niet geheel toevallig. Het nieuwe stadion heeft veel weg van stadion De Galgenwaard van FC Utrecht waar hij jarenlang groundsman Wim Leffelaar assisteerde. “Zoals je ziet zijn ook hier de hoeken open gelaten. En het gebouw van de opleiding op de kopse kant, werpt ’s winters een grote schaduw op het veld. De invloeden van de wind en de zon op dit veld zijn voor mij heel herkenbaar,” zo motiveert hij de keuze. Het veld zelf heeft nagenoeg dezelfde opbouw als het veld in De Galgenwaard. “Ook dit veld is een Grassmasterveld en de samenstelling van de toplaag is tot op de korrelgrootte hetzelfde.” Het enige verschil is dat de mat van het Kooi Stadion straks wordt verwarmd door een boiler in plaats van de elektrische veldverwarming die onder de mat in Utrecht is aangebracht. Ook ontbreekt hier de Draintalent waarmee FC Utrecht het lucht- en vochtgehalte bij de wortels kan handhaven. “Wij beregenen met water uit het kanaal. Dat gaat eerst door twee zandfilters en een UV-filter zodat we ook zeker zijn van die kwaliteit voordat het op het veld wordt gebracht.”
“Natuurlijk ben ik daar blij mee, maar ik ben me er ook van bewust van de unieke situatie”
Meevallers
Vanuit Leeuwarden onderhoudt Van den Breemer nog altijd een warme band met zijn voormalige mentor. Ook met collega’s bij de andere BVO’s communiceert hij regelmatig. “Onderling voeren de clubs een stevige competitie maar als grasmannen willen we er samen het beste van maken.” De tips, kennis en informatie die zij onderling uitwisselen, noemt hij daarom “erg belangrijk”. Het enthousiasme spat voor zijn werk er dan ook vanaf. “Maar het is ook heel belangrijk dat dingen meezitten. Gras is namelijk ook een kwetsbaar plantje,” zo merkt hij op. Zo lootte SC Cambuur dit seizoen alleen maar uitwedstrijden voor de Bekercompetitie. “Het gras heeft zich zodoende de afgelopen periode voldoende kunnen ontwikkelen en vestigen.” Inmiddels heeft hij de mat helemaal naar zijn hand kunnen zetten. “Bij mijn aanstelling waren de kunstgrasvezels al geïnjecteerd en was het gras al ingezaaid. Vanaf daar heb ik het overgenomen,”zo glundert hij. “Ik ken mijn mat tot in detail.”
Elk gereedschap
Voor het onderhouden van het veld, heeft Van den Breemer de beschikking over alle noodzakelijke machines, middelen en technieken. “Op basis van het advies dat ze ontving van ervaren grasmannen in het Betaald Voetbal heeft SG Groen die nog voor mijn aanstelling besteld.” Nu beschikt hij, naast een set grasgroeilampen, ook over vier Dennis maaiers waarvan twee elektrische kooimaaiers en twee cirkelmaaiers, een Rink, Spinrake, een Turftidy, een speedseeder en een trekker met spuit voor de incidentele behandeling.
Op dit moment brengt hij veel ijzerhoudende middelen op het veld aan. “Zo probeer ik het veld toch mooi op kleur te houden want gezien de lage temperaturen kan ik nu niet sturen op groei.” De veldverwarming wordt pas komende zomer aangesloten. Waar het kan, zaait hij door. “In deze tijd van het jaar is dat veel met SOS maar ik gebruik ook tetraploid graszaad.” Beide ontkiemen ook terwijl de bodemtemperatuur nog laag is.
Sturen doet hij vooral op basis van de weersvoorspellingen. “Ik heb twee pods die ik steeds op twee onderling verschillende plekken plaats. Daarnaast hou ik de weersverwachting goed in de gaten. Zo heb ik een goed beeld van wat er zich in de mat afspeelt en wat voor weer ik kan verwachten.”
Een warm bad
Gevraagd naar de grote succesfactor in zijn korte tijd, wijst hij onmiddellijk naar de club en zijn directe werkgever. “Allereerst SG Groen Groep voor het feit dat zij deze grote stap hebben durven maken en dat zij zich daarbij hebben, en nog altijd openstaan voor adviezen van anderen die zich bezighouden met stadionvelden.” Maar ook SC Cambuur heeft groots uitgepakt. “De club heeft me geweldig geholpen met het vinden van woonruimte maar ook met hun warme ontvangst. Bij mijn aanstelling ben ik aan al het personeel voorgesteld en ik kijk uit naar hun verhuizing naar het stadion.” Zolang het Kooi Stadion wordt afgewerkt is Van den Breemer de enige die namens de club daar dagelijks te vinden is.
Ook de band met trainer Henk de Jong en de selectie is warm. “Nog voor de eerste competitiewedstrijd was gespeeld gaven ze me al hun eerste bokaal,” zegt hij lachend terwijl hij wijst naar de enorme beker in zijn werkplaats die zelfs een winnaar van de Champions League of Europa League niet zou misstaan. “Die hebben ze in de eerst oefenwedstrijd gewonnen en nadat ze op het stadionveld hadden getraind. De coach en de spelers vonden dat ik ‘m verdiend had.”
Daarnaast is het succes ook aan zijn collega en de groep vrijwilligers te danken, zo benadrukt Van den Breemer. “Mijn vaste collega Henk had nog geen ervaring met sportvelden maar de club heeft de wens voor een eigen trainingslocatie. Als die straks is gerealiseerd dan hebben ze aan Henk en mij in ieder geval twee krachten die in staat zijn om dan de diverse velden te onderhouden.” Ook is hij erg blij met de inbreng van de vrijwilligers. “Die zijn super enthousiast en altijd bereid om te helpen. Dat wordt vaak vergeten of onderschat. In deze tijd van het jaar moeten de grasgroeilampen om de 24 uur worden verplaatst. Hun bereidheid om dat te doen maakt het mogelijk dat ik nu toch eens in de 14 dagen een weekend naar mijn vriendin kan.” Die woont, vooralsnog, in het midden van het land. “Tegelijkertijd weet zij ook dat als zij mij bezoekt in Leeuwarden, de kans bestaat dat zij even moet meehelpen.”
“De club is trots op haar veld en dat maakt dat ik trots ben op mijn werk en dagelijks met plezier aan de slag ga"
Respect
Behalve de warme band roemt Van den Breemer ook het respect voor het gras dat hij binnen de club, maar ook bij de supporters ervaart. “Bij de start van de competitie werd mijn mening gevraagd over de inzet van een confettikanon bij het veld,” zo noemt hij als voorbeeld. “En toen ze van plan waren een fan in een rolstoel op het veld in het zonnetje te zetten, werd mij eerst gevraagd of ik bezwaar had tegen de bandensporen die dat dat zou achterlaten.” Zijn ongeloof is nog altijd hoorbaar. “Natuurlijk niet! Zoiets laat je altijd toe want het is de supporters waar het voor een club om moet draaien.” Toch is het voorbeeld exemplarisch. “De club is trots op haar veld en dat maakt dat ik trots ben op mijn werk en dagelijks met plezier aan de slag ga.”
Luuk van den Breemer heeft de ambitie om het stadionveld van het Kooi Stadion in Leeuwarden een stabiele aanwezige in de top van de VVCS-veldencompetitie te maken. Met slechts 29 jaar staat hij pas aan het begin van een carrière. Toch heeft hij zijn voeten al stevig in de (Friese) aarde geplant. “Ik heb het naar de zin bij SC Cambuur. Voorlopig blijf ik hier nog wel.”
Grote uitdaging
Ook voor PLANN ingenieurs en Tarkett Sports was het nieuwe veld een grote uitdaging. “Het gebeurt niet vaak dat we betrokken mogen zijn bij een stadionveld in een nieuw stadion en dat dus van ‘scratch af aan’ helemaal nieuw moet worden opgebouwd,” zegt Sander Akkerman van PLANN ingenieurs die als adviseur in de voorbereiding en tijdens de uitvoering optrad. “Het veld moest speelklaar zijn terwijl het stadion nog lang niet klaar was. We hadden dan ook te maken met allerlei extra partijen die hun werkzaamheden moesten plannen of toegang tot het stadion moesten hebben. Dat is een heel gepuzzel en vraagt een goede, onderlinge afstemming.” Dat gold ook voor Tarkett Sports. “Er werd vorige zomer nog volop aan het Kooi Stadion gebouwd waardoor wij tijdens het injecteren van de kunstgrasvezels óók de beschermende kleding moesten dragen die voor de bouwvakkers golden,” zo herinnert Jon Hesen van Tarkett GrassMaster zich nog. “Ondanks dat wij midden op het veld werken moesten we toch een helm dragen.” PLANN ingenieurs en Tarkett boden Van den Breemer, in feite de basis waarop hij heeft kunnen voortbouwen. “Het is leuk om te zien dat hij daarmee nu resultaten heeft gehaald,” zegt Akkerman. “Elk veld dat wij opleveren is voor ons even belangrijk maar als we zien dat het daarna óók standhoudt tijdens de competitie én dat het in de top van de VVCS-veldencompetitie meedraait, dan geeft dat ons wel iets extra’s,” zo vult Hesen aan.