Goed plan en juist systeem overkomen Natura 2000 uitdagingen

VVOG Harderwijk

Sportpark De Strokel in Harderwijk ligt in het Natura 2000-gebied De Veluwe. Toch wordt daar deze zomer een nieuw kunstgrasveld gebouwd. Dat kan dankzij een goed plan, betere werkmethodes en de keuze voor een duurzaam kunstgrassysteem. “Het is echt een project waarin de bouwer en leveranciers zich kunnen onderscheiden.”

Voor voetbalclub VVOG is een nieuw kunstgrasveld onontkoombaar. Dankzij het groot aantal gezinnen in de nabijgelegen woonwijk De Strokel groeit de club sterk in de breedte. Bovendien heeft de club de ambitie om haar selectieteams zo hoog mogelijk te laten spelen. De huidige twee kunstgras- en twee grasvelden bieden daardoor onvoldoende trainingscapaciteit. VVOG verzocht de gemeente daarom om één van de grasvelden om te bouwen naar kunstgras. “Qua omvang is het misschien een klein project, maar het is wel echt een project waarin de bouwers en leveranciers zich kunnen onderscheiden,” stelt Jan ter Steege van PLANN ingenieurs die het project begeleiden. “Uit de verplichtte Aerius-berekening bleek namelijk dat het project alleen gerealiseerd kon worden als er emissieloze machines worden gebruikt.” Daarnaast wilde de club en de gemeente zo min mogelijk omgevingsvervuiling door het kunstgrassysteem. Daar waar mogelijk moest deze zoveel mogelijk bestaan uit gerecyclede materialen. “Vanwege al deze voorwaarden is het werk gegund op basis van de beste prijs kwaliteit-verhouding.”

Kansen voor kleinere aannemers

Met 70% telde het oordeel over de aangeboden kwaliteit in Harderwijk aanzienlijk zwaarder dan de prijs die de inschrijver voor het werk rekende. Toch schreef slechts één aannemer op het project in. “Inschrijven op een BPKV-aanbesteding vraagt veel van de inschrijver omdat je veel meer zaken moet onderbouwen en bewijzen. Voor de grote sportveldenbouwers loont dit alleen wanneer het gaat om de bouw van een heel sportpark. Die denken vooral in vierkante meters. Hier betreft het slechts één veld. Maar voor een aannemer bij wie duurzaamheid in het DNA van hun onderneming zit, biedt zo’n project kansen,” zo verklaart Ter Steege. Volgens Erik Hamelink van de gemeente Harderwijk is er bewust voor gekozen om het project toch door te zetten, ondanks de beperkte keuze. “Het ingediende voorstel was erg sterk en sloot aan op de wensen van de vereniging. Wij hebben vier aannemers uitgenodigd om in te schrijven. Daarmee hebben wij ons gehouden aan alle spelregels voor zo’n BPKV-aanbesteding én stemmen we de club tevreden.” Hamelink stelt dat de gemeente ook bij een volgend project deze aanpak zal hanteren. “Wij zijn van mening dat we met onze uitvraag het MKB moeten triggeren.” Wel merkt hij op dat één van de lessen die getrokken is, is dat ze de aanbesteding de volgende keer eerder in de markt moeten zetten. “2024 is sowieso een erg druk jaar voor veel sportveldenbouwers. Maar blijkbaar is voor een groot aantal bedrijven vier maanden niet lang genoeg om alle informatie te verzamelen om hun voorstel te onderbouwen en te motiveren.”

Alles elektrisch

De Aerius-berekening maakte duidelijk dat het onontkoombaar was dat het veld alleen met behulp van emissieloze machines zou worden gebouwd. Vooral voor het grondverzet geeft dat problemen: het aanbod qua voertuigen en machines is hierin beperkt omdat de fabrikanten deze duurzame aandrijfmethodes nog niet massaal omarmt hebben. “Er zijn een paar aannemers in Nederland die een elektrisch aangedreven graafmachine hebben en met één daarvan werken wij regelmatig samen. Zodra wij de uitvraag ontvingen, hebben we die machine meteen gereserveerd om er zeker van te zijn dat we dit project zouden kunnen realiseren,” zo verklaart Herald Kottink van de Sallandse United aan wie het project is gegund. De Sallandse United kon wel snel schakelen. “Onze infratak heeft regelmatig te maken met EMVI-aanbestedingen. BPKV-aanbestedingen zijn daarom voor ons geen probleem. We hebben duurzaamheid hoog in het vaandel staan en zijn er daarom helemaal op ingericht om op dit soort projecten in te schrijven.” Vanwege de noodzaak voor het opladen wordt voor het veld in Harderwijk een wat ruimere planning gehanteerd. Ook vergt het wat meer manuren. “Maar de opleverdatum van augustus blijft haalbaar.” Qua locatie treffen ze het. “Sportpark De Strokel is ook de plek waar onze beheerders van onze sportparken zitten. Daarom is er al een krachtige elektriciteitsaansluiting om machines op te laden,” zo erkent Erik Hamelink. Doorgaans stokken de duurzame ambities bij het vergeten van de noodzaak voor het aanbieden van oplaadcapaciteit. “Maar als het nodig is, dan plaatsen we er een powerpack bij.”

Forse besparing op CO2-uitstoot

De CO2-besparingen zijn, volgens Herald Kottink, aanzienlijk. “Voor het ontgraven van het veld en het aanbrengen van de sporttechnische laag en het profileren zou op traidtionele wijze circa 750 tot 800 liter aan brandstof vergen. Dat zou een uitstoot van circa 2 ton CO2 veroorzaken. Nu worden deze werkzaamheden uitgevoerd  met elektrische machines, waarbij circa 7500 kWh stroom nodig is. Voor het opwekken van deze stroom wordt 0,5 ton CO2 uitgestoten, dat bovendien niet in Natura 2000 gebied wordt uitgestoten.” Voor de fundering wordt ook een nieuwe, secundaire bouwstof gebruikt. “Het betreft een schone bouwstof afkomstig uit de reiniging van minerale afvalstoffen en maakt het mogelijk om een fundering van slechts 25 centimeter hoog te bouwen.” Dat materiaal is per schip naar Harderwijk getransporteerd. “De halvering van de 50 centimeter die ooit de standaard was voor de onderbouw, scheelt ons nu zo’n 170 vrachtwagenbewegingen. De totale dieselbesparing bij alle transportbewegingen is daarmee 5100 liter. Dat scheelt nog eens ruim 13.500 kg CO2 uitstoot. In die berekening is de besparing dankzij het transport per schip niet eens meegenomen.” Dat lagere aantal transportbewegingen legt ook minder druk op de verkeersveiligheid en verkeersbewegingen in de nabijgelegen woonwijk.

Het nieuwe materiaal kan toegepast worden doordat de kwaliteit van de onderbouw voortaan is losgelaten in het Kwaliteitszorgsysteem. Wel wordt nu van gemeenten verwacht dat zij die kwaliteit zelf laten doorrekenen. Erik Hamelink heeft er alle vertrouwen in dat het gaat slagen. “We zitten hier op een mooie zandgrond die ons een stabiele basis biedt. Daarnaast hebben we binnen de gemeente ook voldoende capaciteit om die opbouw goed door te rekenen.”

Extra winst in de keten

Ook de gekozen toplaag biedt extra besparingen. Op de fundering ligt straks een cradle-to-cradle gecertificeerde shockpad van Brock die in licentie in Nederland wordt geproduceerd. De kunstgrasmat komt van Condor Grass uit het Overijsselse Hasselt en als infill is gekozen voor Brockfill, een infill van dennenhout. “Eén kunstgras voetbalveld vereist slechts één containerlading Brockfill waardoor ook het aantal bewegingen voor de aanvoer hiervan, beperkt blijft tot het absolute minimum,” zo merkt Joop van Krimpen van Condor Grass op. Het soortelijk gewicht van het materiaal en de insluiting door de kunstgrasvezels, voorkomt splash bij deze infill. Van milieuvervuiling door infill is dus ook geen sprake, zeker niet omdat het infill van hout is. Volgens Van Krimpen is het nog te vroeg om óók de kunstgrasmat van gerecycled materiaal te produceren. “Het kamerbreedtapijt van ons zusterbedrijf Condor Carpets bestaat voor een heel groot deel uit gerecyclede materialen maar de eisen die we stellen aan kunstgras voor sport, maakt dat vooralsnog onmogelijk.” Zijn Condor Grass kunstgrasmat profiteert wel van een aantal andere duurzaamheidsinvesteringen. “We beschikken over onze eigen zonneparken waar we zelf alle elektriciteit opwekken die Condor Grass gebruikt. En dankzij de geavanceerde gaswasser en warmteterugwinning op onze backingstraat houden we onze footprint zo minimaal mogelijk,” aldus Van Krimpen.

Optelsom van voordelen

Vorige zomer moest VVOG nog op een wonder rekenen om nog dit jaar op kunstgras te kunnen spelen. De strenge regels omtrent stikstofuitstoot bij bouwprojecten en de hoge verwachtingen omtrent materiaal- en machinegebruik, lieten het realiseren van hun ambities haast onmogelijk lijken. Toch is die wens over een paar weken realiteit. “Het begint bij het schrijven van een plan dat draait om de kwaliteit en de bereidheid om je nek uit te steken. Dat geldt voor zowel de opdrachtgever als opdrachtnemer,” meent Jan ter Steege van PLANN ingenieurs. Volgens hem zijn er voldoende ervaren aannemers die ook dit soort kleinere sportveldprojecten weldegelijk op een duurzame manier kunnen realiseren. “Voor infrastructurele werkzaamheden zijn we dit al gewend en hebben we ons al regelmatig bewezen,” stelt Herald Kottink van de Sallandse United. Hij vraagt zich daarom af waarom het ook bij sportvelden geen gemeengoed is. “Het vraagt een stukje ervaring, gezond verstand en vertrouwen om zoiets te realiseren,” meent Erik Hamelink namens de gemeente. “Daarbij moet je realistisch zijn wat wel, en wat niet kan.” Volgens Joop van Krimpen betaalt het Condor Grass nu uit dat ze al in een vroeg stadium de focus op duurzame kunstgrassystemen hebben gelegd. “De Condor Groep is een familiebedrijf. Daar wegen zaken als milieu en een gezonde toekomst, extra mee. Die investeringen beginnen zich nu uit te betalen. Ik zeg altijd: het leven is een marathon en géén sprint.” Voor het trekken van een sprint of lopen van een marathon kunnen sporters vanaf augustus terecht op het nieuwe kunstgras voetbalveld van VVOG. Dat is straks gewoon onderdeel van het Natura 2000-gebied De Veluwe.

Geef een reactie