Goed partnerschap maakt goede grasvelden
4 weken ago Advertorial
Amateurclubs zijn voor BVO’s steeds vaker geduchte tegenstanders. Goede trainers, een gedegen organisatie en spelers die hun sport professioneler zijn gaan benaderen vertellen maar een deel van het verhaal. Er is ook meer respect voor het veld. Dat vereist echter wel een goed partnerschap, zo benadrukken aannemer Berry van der Holst en Mark van Putten van Advanta Seeds. Op het hoofdveld van Rijnsburgse Boys is de eerste doorzaaironde al achter de rug. Vroegtijdig herstel houdt onkruiden en ongewenste grassen buiten de deur.
Half januari trok het bekerduel van Rijnsburgse Boys tegen Feyenoord ruim 6.000 joelende toeschouwers. Na bekersuccessen tegen Roda JC en FC Volendam lukte het trainer René van der Kooij, ook bekend als de trainer van de stuntploeg Hercules dat in het seizoen 2023/2024 furore maakte, ditmaal niet om nog eens zijn slag te slaan. “Door die slechte start was ik toch even bang voor een gigantische afstraffing, maar we hebben er uiteindelijk wel een wedstrijd van gemaakt,” was zijn reactie bij Tv-zender ESPN onmiddellijk na afloop. Daar voegde hij aan toe: “Het veldspel was gelijkwaardig en dat vind ik een compliment voor mijn team.” Indirect gaf hij daarmee ook een compliment aan ‘zijn’ team dat verantwoordelijk is voor het gras.
Aandacht voor gras
Berry van der Holst van aannemersbedrijf G. van der Holst & Zn kan zich de wedstrijd nog voor de geest halen. “De mat had stevig geleden,” zo is zijn professionele reactie. Hij verzorgt al 30 jaar de velden op het sportpark. Samen met zoon Arjen en een team aan medewerkers draagt hij ook zorg voor vele tientallen andere velden in de onmiddellijke regio. Beiden kunnen vol enthousiasme over hun GPS-gestuurde machines praten “maar het is de persoon die het verschil kan maken,” zo merkt senior op.

“Dat begint bij het goed afstellen van de grasmaaier en het ervoor zorgen dat de messen altijd scherp zijn zodat het gras mooi gesneden wordt.” Om dat zo te behouden moet de maaier alleen gebruikt worden voor het maaien van sportvelden. Daarnaast benadrukt hij het belang van het regelmatig inspecteren van de grasmat. “We maaien het gras driemaal per week. Soms maaien we het op de dag voor de wedstrijd zelfs tweemaal om zo de 28mm speelhoogte te halen,” zo steekt Berry van wal. Rijnsburgse Boys beschikt over een O2-veld dat in 2020 is aangelegd. “De lava in de onderbouw zorgt voor een goede waterhuishouding en beluchting van het veld. Ook zorgt het voor een stabiele toplaag. Maar door er voortdurend mee bezig te zijn bereik je ook een stabiele mat.” Het veld is afgelopen zomer gerenoveerd. “De bovenste anderhalve centimeter is gescalpeerd. Daarna is de mat vóór het weekend eerst kruislings ingezaaid met Stadion SV 8 van Advanta. Dat mengsel bestaat voor 50% uit Engels raaigras en 50% veldbeemd. Na het weekend hebben we met behulp van de breedwerpige Amazone doorzaaimachine met verticuteerbalk veldbeemd ingezaaid.” Van der Holst gebruikte daarvoor het Oranjebandmengsel Hercules van Advanta. “Dat is een 100% veldbeemd en ideaal voor het inzaaien van nieuw aangelegde of gerenoveerde sportvelden,” zo licht Mark van Putten van Advanta toe. Bij Advanta noemen ze veldbeemd ‘het anker van de grasmat’. Van Putten legt uit waarom: “Het vormt ondergrondse uitlopers en wortelt daarmee heel intensief in het bovenste deel van de toplaag. Het gras is zelfherstellend, sliding-proof, wintervast en droogtetolerant.”
Sterke grassen
Van der Holst werkt al jaren met graszaden van Advanta maar blijft zorgvuldig met het kiezen van z’n grassen. “Ons werk blijft maatwerk. Het veld van Rijnsburgse Boys mag misschien dan wel direct aan de kust liggen, regenbuien vallen verder landinwaarts.” Daarentegen is het bodemwater brak. “Ons gietwater voor dit veld is zilt. Tetraploïde grassen zijn daar beter tegen bestand,” zo motiveert hij zijn keuze qua gras voor de doorzaaironde die ze medio januari hebben gedaan. “Dat hebben we gedaan met Recover 4 Tetra. Dit mengsel van 50% Engels raaigras en 50% Engels raaigras tetraploïd werkt herstel van de mat in zowel het vroege voorjaar als late najaar in de hand.” Met name tetraploïde graszaad slaat snel aan, zelfs als de T-som nog niet wordt behaald. Het raaigras is belangrijk om onkruiden en ongewenste grassen te onderdrukken. Nu de lente steeds vroeger in het jaar start, biedt dat extra kansen. “Vorig jaar begon de groei van planten al eind februari,” merkt Arjen van der Holst op. Dat was zo’n drie weken eerder dan honderd jaar geleden. “Als je ervoor zorgt dat de mat dicht blijft en de juiste grassen bevat, dan zal deze, op termijn, ook minder onderhoud vragen.” Advanta heeft daarvoor een speciaal concept bedacht. “Ons Triple3 concept zet in op drie herstelmomenten met drie verschillende gecoate grasmengsels en drie verschillende grassoorten,” zegt Mark van Putten daarover. Triple3 gaat uit van (door)zaaien in het (vroege) voorjaar, zomer en najaar met grasmengsels met de organische coating Advance vol biostimulatoren, enzymen, planthormonen en sporenelementen die de kieming en wortelgroei aanjagen, en met zowel combinaties van diploïd als tetraploïd Engels raaigras en veldbeemdgras. “Die brede combinatie brengt alles in de mat waar het om vraagt en op het moment dat dat telt.” De hoge kiemkracht en tolerantie maakt tetraploïd een nuttige aanvulling in tijden waarin steeds meer van het gras wordt gevraagd.

Samen bouwen
Goede contacten met de leveranciers zijn essentieel, stelt Van der Holst. “Je hebt de kennis van de leverancier nodig. Dat is iets dat je niet in het bestek kunt vastleggen. Daarnaast heb je ook de flexibiliteit nodig wanneer je eens met iets anders moet in- of doorzaaien. Advanta heeft die knowhow qua graszaad,” zo is zijn nuchtere observatie. Samen sparren ze regelmatig. Van Putten: “Als je veldbeemd wilt zaaien opdat de mat zich beter zal verankeren, dan heb je wel een rustperiode nodig,” zo is één van zijn voorbeelden.
“Als je die luxe niet hebt, dan kunnen we wat anders aanraden.” Ook qua de te gebruiken zaadhoeveelheid dagen ze elkaar uit. Van der Horst: “De doelgebieden zaaien we handmatig door. Voor het stuk tussen de 16-meters gebruiken we meestal zo’n 60 kg graszaad. Voor een heel veld kan dat uitkomen op 75 kg. Maar dat ligt echt aan de situatie. Als de mat goed dicht zit, dan kun je ook af met minder graszaad.” Van Putten hoort het allemaal rustig aan. “Technisch moet het verhaal kloppen. Dat een mat goed dicht is en waar iedereen over te spreken is, is voor ons belangrijker dan het verkopen van kilo’s gras.” Hij merkt op dat Advanta veel profiteert van haar klantenbestand in de zodenteelt. “Die hechten ontzettend veel waarde aan kwaliteit en detail en blijven ons voortdurend uitdagen.” Ook Van Putten meent dat goede grasmatten voortdurend aandacht vragen. “Waarbij men inspeelt op de wisselende omstandigheden.” Van der Holst noemt als voorbeeld de beregeningsinstallatie. “Die is hier niet automatisch. Het veld moet namelijk kunnen opdrogen en de humus moet in de bodem kunnen zakken. Anders wordt het veld glad. Dat bereik je niet door op vaste momenten continu te beregenen.” Dat maatwerk wordt ook steeds meer aangeraden door de Werkgroep Gras van de branchevereniging BSNC. “Om die reden is de zogenaamde onderhoudskalender voor gras van de website gehaald,” zo verklaart Van Putten. “Men moet voor het afstemmen van het onderhoud, juist meer inspelen op de voorspelde temperaturen en neerslag en de situatie in de mat.”
Zuinig zijn
Bij Rijnsburgse Boys zijn ze zeer zuinig op hun velden. “Het hoofdveld wordt echt alleen benut voor de wedstrijden van het eerste,” zo wordt opgemerkt. Als het aan Berry en Arjen van der Holst ligt, mag dat wel wat vaker. “Je hebt betreding nodig om de straatgrassen eruit te lopen.” Wat hen betreft lenen jeugdwedstrijden (al dan niet over de breedte van het veld) zich daar uitstekend voor. “Hoe mooi is het wel niet voor de jongste spelers om te spelen op het hoofdveld of, net als hier, in een stadion?” zo stelt senior de retorische vraag. Arjen grijnst van oor tot oor. Voor hem geldt hetzelfde, maar dan aan de onderhoudskant.
De aannemers krijgen van Rijnsburgse Boys, net als van vrijwel al hun klanten, de vrije hand. “Een goed grasveld vraagt een onderhoudsbudget van zo’n 10 tot 15.000 euro per jaar. Soms vraagt een club of we het onderhoud niet wat kunnen afschalen omdat de mat er zo goed bij ligt. Dat raad ik altijd af want wanneer de problemen zich uiteindelijk weer manifesteren, zal het dubbel zoveel, als niet meer, kosten om dat te herstellen.” Wat dat betreft is Van der Holst duidelijk: “in sport doen wij géén concessies,” zo stelt hij nadrukkelijk. “En dat geldt zeker ook voor onze grassen,” zo vult Van Putten aan.